Tussen Freud en Prozac. Geniale en kortzichtige theorieën over de psyche
De psycholoog Paul Betgem behoort, zoals ondergetekende, tot een rariteitenclubje ggz-collega's die met nostalgische nieuwsgierigheid rommelmarkten en antiquariaten doorsnuffelen op zoek naar vergeelde vakliteratuur. Betgem beschreef zijn ongewone vondsten in personeelsbladen en het tijdschrift Psy. Een bloemlezing van deze cursiefjes staat nu in dit boek gebundeld.De rode draad is de verwondering van de auteur over zoveel ooit beroemde namen en bejubelde theorieën die nu compleet vergeten zijn. Betgem volgde geen specifieke selectiestrategie. Het waren toevalstreffers, zijn vondsten van vooral Nederlandstalige boeken: het oudste dateert van 1917 (Het sexueele vraagstuk) en het jongste van 1996 (al valt dit Prozac-verhaal wat uit de toon). Vele auteurs waren destijds coryfeeën in de ggz (bv. Carp, Forel, Heymans, Rümke), de overigen weinig illustere maar getrouwe leerlingen van een of andere meester. Ze worden telkens kort gesitueerd in hun tijdskader. Dan volgen excerpten uit het betreffende geschrift, die becommentarieerd worden met een mengeling van retrospectief respect, zachte ironie en meewarig hoofdschudden. Het leest allemaal erg prettig als een tussendoortje. Toch was ik niet voldaan, omdat de auteur te weinig het vervolg vertelt: wat is er nu met al die vergeten beroemdheid gebeurd en blijft er nog iets over van deze baanbrekende theorieën?Er ligt nog veel boeiende stof onder het stof van tweedehands boeken. Omkijken in verwondering - Betgem heeft duidelijk de smaak te pakken. Misschien pakt hij het de volgende keer wat systematischer aan en kunnen we uitkijken naar een gedocumenteerde anthologie van een eeuw ggz in Nederlandse geschriften. Want wie niet leert te kijken naar het verleden van zijn vak, die is pas kortzichtig!
W. Vandereycken