Dialectische gedragstherapie bij Nederlandse vrouwen met een borderline persoonlijkheidsstoornis,met en zonder verslavingsproblemen
verslaving
achtergrond Dialectische gedragstherapie is een veelbelovende behandeling voor patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis. De vraag is of deze therapie beschouwd kan worden als een bewezen effectieve interventie als ook sprake is van comorbide middelenafhankelijkheid.
doel Onderzoeken of dialectische gedragstherapie effectiever is bij het bestrijden van de symptomen van de borderline persoonlijkheidsstoornis en bij het verminderen van middelenafhankelijkheid dan de standaardbehandeling ('treatment as usual') bij vrouwelijke Nederlandse patiënten.
methode Achtenvijftig vrouwen met een borderline persoonlijkheidsstoornis, afkomstig uit de verslavingszorg (n=19) en uit ggz-instellingen (n=39), zijn gerandomiseerd toegewezen aan 12 maanden dialectische gedragstherapie of 12 maanden standaardbehandeling. De uitkomstmaten waren: drop-out (therapietrouw), parasuïcidaal gedrag, impulsief zelfbeschadigend gedrag en middelenafhankelijkheid.
resultaten Dialectische gedragstherapie resulteerde, vergeleken met de standaardbehandeling, in een lager drop-outpercentage (23% vs. 63%), in minder zelfverwondend en zelfbeschadigend impulsief gedrag, vooral bij patiënten met een geschiedenis van frequent impulsief zelfbeschadigend gedrag, en in een afname van alcoholafhankelijkheid. Bij de followupmeting, 6 maanden na afloop van de behandeling, was dialectische gedragstherapie nog steeds significant effectiever, maar de grootte van het effect was kleiner geworden.
conclusie Dialectische gedragstherapie is superieur aan de standaardtherapie waar het verminderen van hoog-risicogedragingen bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis betreft. Voor het behoud van effect is voortgezette behandeling noodzakelijk.