Beyond Reasonable Doubt. Reasoning Processes in Obsessive-Compulsive Disorder and Related Disorders
In de dsm-iv wordt de obsessieve compulsieve stoornis (ocs) ingedeeld bij de angststoornissen, maar ocs heeft evenzeer kenmerken van een denkstoornis. Dit boek beschrijft een recent ontwikkeld cognitief model dat steunt op het belang van redeneerprocessen bij het ontwikkelen en instandhouden van obsessies en compulsies. Het model stelt dat de indringende obsessieve gedachten in wezen gevolgtrekkingen zijn die gebaseerd zijn op louter subjectieve informatie, waarbij gegevens over de hier-en-nu-realiteit gediskwalificeerd worden. De patiënt met ocs is in gedachten niet bezig met wat er is, of met een overdrijving van wat er is, maar met wat er zou kunnen zijn, zelfs al spreken zijn zintuigen dat tegen. Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel beschrijft theoretische achtergronden van redeneerprocessen. Het geeft een bevattelijk overzicht van de theoretische, experimentele, klinische en behandeltechnische aspecten van onderzoek naar hoe we redeneren en gevolgtrekkingen maken. Verder wordt toegelicht hoe het vermengen van verbeelding en realiteit kan leiden tot de verwarrende gevolgtrekkingen die de basis vormen van de obsessionele twijfel die kenmerkend is voor ocs. Het tweede deel is op de praktijk gericht en beschrijft tot in detail de Inference-Based Approach (iba) als behandelprogramma voor ocs, compleet met voorbeelden, vragenlijsten, werkbladen, oefenbladen en trainingskaarten. Als behandelprogramma voor ocs verwerft de iba zich een plaats zowel naast blootstelling (exposure) en responspreventie als naast het cognitieve behandelmodel van Rachman (Rachman 2003). Het boek richt zich vooral op psychologen en psychiaters die klinisch werkzaam zijn in het domein van ocs. Het beschreven model gebruikt elementen uit diverse theoretische stromingen en onderzoeksdomeinen, waaronder onderzoek naar redeneerprocessen en besluitvorming, narratieve benaderingen, cognitieve theorie en cognitieve therapie. De grondige uitwerking van deze theoretische basis maakt het boek niet altijd even gemakkelijk leesbaar, hoewel de talrijke voorbeelden de diverse redeneerprocessen en onderzoeksgegevens wel verduidelijken. Het loont zeker de moeite om door te blijven lezen en zo inzicht te krijgen in de fundamenten van het model en in het belang ervan als basis voor de ontwikkelde behandelmethode. De gegevens over de efficiëntie van de iba zijn nog beperkt, maar de duidelijke handleiding nodigt uit om de beschreven technieken in praktijk te brengen en de bruikbaarheid en effectiviteit ervan te toetsen. Gezien het niet geringe aantal patiënten met ocs dat niet of onvoldoende op de bestaande behandelingswijzen reageert, is een uitgewerkt en onderbouwd behandelingsalternatief zeker welkom.
L. Gabriëls