Voorspellende waarde van niet door clinici erkende positieve psychotische symptomen
achtergrond Een paradox doet zich voor in de literatuur: zelfrapportage van psychose wordt als onbetrouwbaar beschouwd, maar dergelijke zelfrapportages hebben een hoge mate van prognostische validiteit in longitudinaal cohortonderzoek. Deze paradox werd aan een nader prospectief onderzoek onderworpen.
methode Een aantal van 4081 personen zonder psychotische stoornis in de voorgeschiedenis werd geïnterviewd met het Composite International Diagnostic Interview op het uitgangsmoment T0) en 3 jaar later (T2). Een 'niet-erkend symptoom' werd gedefinieerd als een door de persoon zelf op T0 tijdens het interview gerapporteerd psychotisch symptoom, dat echter werd verworpen door de clinicus na herevaluatie op T0.
resultaten Een niet-erkend symptoom bleek een relatief krachtige voorspeller van ontwik-keling van een nieuwe psychotische stoornis op T2 (Odds ratio 27,5; 95%-betrouwbaarheidsinterval 4,5 - 123,4). De positief voorspellende waarde voor een niet-erkend symptoom was 0,05 (95%-betrouwbaarheidsinterval 0,040-0,053). In de groep met niet-erkende symptomen was de voorspellende waarde slechts verhoogd bij respondenten met tevens subklinische psychotische ervaringen (0,10; 95%-betrouwbaarheidsinterval 0,01-0,19).
conclusie Klinisch professionele evaluatie van psychotische symptomatologie alléén is niet voldoende voor maximale sensitiviteit voor predictie van toekomstige psychotische stoornissen. Een combinatie van zelfrapportage en klinische evaluatie geeft betere resultaten.