De relatie tussen de manisch-depressieve stoornis en multiple sclerose
achtergrond De manisch-depressieve (bipolaire) stoornis (MDS) zou vaker voorkomen bij patiënten met multiple sclerose (MS) dan bij de algemene bevolking.
doel Nagaan (1) of er een epidemiologische samenhang is tussen MDS en MS; (2) welke verklaringsmodellen voor deze samenhang zijn beschreven; en (3) wat de implicaties hiervan zijn voor de behandeling.
methode Systematisch literatuuronderzoek werd verricht naar literatuur tot 2002 met behulp van Medline en Embase, met als trefwoorden multiple sclerosis, manic-depressive illness, mania en bipolar disorder. Er werden relevante artikelen gevonden uit de periode 1887 tot en met 2000.
resultaten Eenendertig onderzoeken werden gevonden (92 MS-patiënten met MDS). Meestal ging het om gevalsbeschrijvingen. Een prevalentie van 2-30% van MDS bij MS werd beschreven. Neuropathologische, psychoneuro-immunologische, psychoneuro-endocriene, genetische, circadiane, psychologische hypothesen en MS-medicatiehypothesen zijn geformuleerd om de samenhang te verklaren.
conclusies Een epidemiologisch verband tussen MS en MDS lijkt evident. De aard van de samenhang is nog niet duidelijk. Dat de pathofysiologie van beide ziektebeelden nog niet is opgehelderd, speelt hierbij een belangrijke rol, maar ook MDS-definitieproblemen, de selectie van de onderzoekspopulaties en de beperkte prevalentie van de gecombineerde diagnose. Stemmingsstoornisepisoden bij MS reageren even goed op gangbare medicamenteuze behandelingen als bij 'primaire' MDS.