De psychotherapie en haar toekomst binnen de psychiatrie
De psychotherapie en haar effectiviteit liggen onder vuur. De psychiatrie lijkt zich langzaam van haar af te keren. Recente ontwikkelingen op vele onderzoeksterreinen, waaronder de genetica, lijken echter een belangrijke ondersteuning te vormen voor het behoud van de psychotherapie. De neurowetenschappen trachten de primaire hechtingsrelatie te operationaliseren omdat deze van grote invloed blijkt op functie en structuur van het brein. Een belangrijke taak van de dyade verzorger-kind (de primaire relatie) is de affectregulatie van beiden middels wederzijdse afstemming van dat affect. Op haar beurt blijkt de affectregulatie eveneens van invloed op de functie en structuur van het brein. Informatie uit de primaire relatie, inclusief de affectieve component hiervan, wordt verankerd in wat het procedurele geheugen heet. Het leidt tot algemene manieren van zijn en omgang met de ander, die een leven lang de relatievorming van het individu met de ander bepalen. Recent psychotherapieonderzoek postuleert dat veranderingen in deze procedurele, onbewuste, impliciete schema's een belangrijke werkzame factor van psychotherapie vormen of je nu gedragstherapeut bent of psychoanalyticus. Psychotherapie moet dan ook in de psychiatrie geherwaardeerd worden.