Huisarts en depressieve patiënt: een problematisch duo?
De kwaliteit van het huisartsgeneeskundig handelen op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg staat met enige regelmaat al geruime tijd, in veelal kritische zin, ter discussie in zowel binnenlandse als buitenlandse vakliteratuur. Een substantieel gedeelte van deze discussie beweegt zich op het gebied van herkenning en behandeling van unipolaire depressies: door gebrek aan kennis en vaardigheden bij huisartsen zou een aanzienlijk deel van hun depressieve patiënten niet adequaat worden gediagnosticeerd en behandeld. Er zou hierdoor sprake zijn van onnodige morbiditeit, die door verbetering van het huisartsgeneeskundig handelen vermeden kan worden. Op grond van methodologische problemen met generalisatie van bestaande onderzoeksgegevens en meer recente resultaten van onderzoek, zowel in de eerste als tweede lijn, verdient deze stelling echter nuancering.