Toetsing in de opleiding tot psychiater
In dit artikel worden theoretische achtergronden en ervaringen bij het gebruik van toetsing in de medische opleiding beschreven. Ook de wettelijke kaders waarin de opleiding tot arts en specialist zijn bepaald, komen ter sprake. Toetsing kan worden gebruikt om de kwaliteit van de opleiding tot psychiater te waarborgen en te vergroten. De competentie van de psychiater als medisch specialist (`de medische competentie') moet worden gedefinieerd, zodat adequate toetsen kunnen worden ontwikkeld. Verschillende toetsvarianten zijn denkbaar: o.a. voortgangstoets, opleidingstoets, certificatietoets en herregistratietoets. Door middel van een voortgangstoets met gesloten vragen kan het kennisniveau jaarlijks worden geëvalueerd. Toetsing van vaardigheden en attitude is mogelijk met gestructureerde klinische-observatie-examens. Zowel de individuele arts-assistenten alsde voor de verschillende opleidingsinstituten verantwoordelijke opleiders dienen over de resultaten te kunnen beschikken. Een evaluatie van het opleidingsprogramma kan dan plaatsvinden. Bij gebrek aan een duidelijk omschreven normering - de gouden standaard ontbreekt - is het vooralsnog niet mogelijk om verdere consequenties te verbinden aan de resultaten.