Oorspronkelijk artikel
Schizofreniforme stoornis volgens DSM-III-R: klinische consequenties van een (sub)classificatie
R.E. Breuk, W. van Tilburg
In dit artikel staat de klinische relevantie van de DSM-III-R-(sub)diagnose `schizofreniforme stoornis met goede prognostische kenmerken ter discussie. Aan de hand van een casus en literatuur wordt betoogd dat deze subclassificatie ook klinische consequenties heeft voor de patiënt: een gunstiger beloop dan schizofrenie, mogelijk andere medicatie (lithium naast antipsychotica) en preciezer uitspraken over de toekomstverwachting van de patiënt bij het voorlichten.
Zeker als rekening gehouden wordt met de klinische beperkingen van het wetenschappelijke classificatiesysteem DSM-III-R, is het stellen van de As I-diagnose `schizofreniforme stoornis met goede prognostische kenmerken klinisch relevant.