Recente psychologische hypothesen en theorieën over cognitieve stoornissen bij schizofrenie
Dit artikel geeft een overzicht van psychologische theorieën, die schizofrene symptomen verklaren vanuit defecten in snelheid of capaciteit van de cognitieve informatieverwerking, of vanuit lacunes in het profiel van psychologische vaardigheden. Verder wordt de neuropsychologische aanpak besproken, die de symptomen probeert te relateren aan lokaliseerbare cerebrale functiestoornissen. In dit verband worden de theorieën van Weinberger en Frith apart behandeld.
De cognitief psychologische benadering levert sterke aanwijzingen voor de veronderstelling dat bij schizofrene patiënten vooral de gecontroleerde informatieverwerking gestoord is. Het onderzoek naar afwijkingen in het profiel van cognitieve vaardigheden blijkt nagenoeg geen theoretische uitgangspunten te hebben, levert geen ondubbelzinnige empirische resultaten op en is daardoor weinig verhelderend.
Ofschoon neuropsychologisch onderzoek van schizofrene patiënten te kampen heeft met grote methodologische en conceptuele problemen, leidt deze benadering in combinatie met convergerende neurofysiologische evidentie tot veelbelovende resultaten.