Vroegkinderlijk autisme en neuropeptiden
Aangenomen wordt dat de symptomen van vroegkinderlijk autisme een biologische basis hebben. In dit kader wordt dierexperimenteel onderzoek op het gebied van het pro-opiomelanocortine (POMC)-systeem gerefereerd dat verricht is naar de neurobiologische regulatiemechanismen van de kernsymptomen (stoornissen in het sociale contact, informatieverwerkingsstoornissen, stereotiepgedrag) van autisme. De door Panksepp opgestelde neuro-endocriene hypothese betreffende autisme wordt besproken. Een wijziging hiervan wordt voorgesteld die meer in overeenstemming is met de resultaten van het dierexperimenteel onderzoek. Verondersteld wordt dat er sprake is van een verstoring in het functioneel antagonisme van stukken van het POMC-molecuul, namelijk van bèta-endorfine enerzijds, en ACTH-fragmenten anderzijds.
Tot slot wordt kort nagegaan of neuro-endocrien onderzoek bij autistische kinderen steun oplevert voor genoemde hypothese.