Wet Arbeidsongeschiktheid en Psychotherapie: het grote misverstand
Ziekte is geen gegeven uit onze voorwetenschappelijke leefwereld. Ziekte is een begrip dat zijn betekenis heeft gekregen met de ontwikkeling van het ziektekundige denken en in de daarop gebaseerde kennis en kunde. Ziektekunde is een bepaalde vorm van methodisch, wetenschappelijk denken. Iedere wetenschappelijke denkvorm is gebaseerd op een bepaalde wijze van beschouwen van (een deel van het) gebeuren in onze leefwereld. Iedere wetenschappelijke denkvorm is vergelijkbaar met een bepaald gezichtspunt en met een bepaalde gezichtshoek. Binnen die gezichtshoek kunnen wij een gebeuren op bepaalde wijze doorzien (diagnose). Maar iedere wetenschappelijke methode heeft zijn gezichtsveld, waarmee aangegeven is dat er begrenzingen zijn. Dit geldt ook voor de ziektekunde. Ook al is de hoeveelheid kennis en kunde die hierop gebaseerd is, zeer groot. Voor de ziektekunde gelden bepaalde kriteria van objektiviteit, zintuigelijke waarneembaarheid en normkriteria met een hoge mate van algemeenheid. Deze zijn niet exclusief voor ziektekunde. Het psychodynamisch denken is een andere vorm van methodisch denken dan de ziektekundige. Het gaat uit van een ander gezichtspunt, heeft een ander gezichtsveld en een andere begrenzing. Hiervoor gelden andere kriteria dan voor het ziektekundige denken. De hoge eis van zintuigelijke waarneembaarheid kan hier niet gesteld worden, evenmin als de normkriteria van het ziektekundige denken. Doordat de ziektekunde een grote mate van toepassingsmogelijkheden, bruikbaarheid heeft, heeft het een grote sociale geldigheid gekregen, gekonkretiseerd op mikro-, meso- en makro-sociaal niveau. Deze sociale betekenis is zo groot, dat welhaast gesproken kan worden van de enige maatschappelijk geldige denkvorm waar het gaat om hulpverlening. Andere vormen van hulpverlening, zoals de psychodynamische, worden niet beoordeeld volgens bij die denkvorm behorende kriteria, maar volgens ziektekundige. Doordat deze eis niet mogelijk is, methodisch gezien ongeldig, en dit probleem gewoonlijk niet onderkend wordt, ontstaat de maatschappelijke attitude van onbruikbaarheid van andere hulpverleningsmethoden dan ziektekundige. Er is een misverstaan met alle emoties en vooroordelen van dien. Vaak van beide kanten. Men is niet vertrouwd met het gebruik van verschillende denkvormen en daarop gebaseerde hulpverleningsmethoden naast elkaar. Men is gewend alleen ziektekundige hulpverleningsmethoden te gebruiken en alleen wanneer deze werkelijk niet helpen, andere hulpverleningsmethoden in te schakelen, en dan alleen nog maar soms. Overigens zonder veel verwachtingen. Zelden komt men op het idee om verschillende hulpverleningsmethoden naast elkaar te gebruiken, terwijl de zinnigheid hiervan meer regel dan uitzondering is, ook bij lijden dat duidelijk ziektekundig te verklaren en te behandelen is. Ook de (potentiƫle) hulpvrager, dus wij allemaal, wordt door het maatschappelijk systeem, gebouwd op het ziektekundige denken, 'gericht'. Wanneer mijn klachten, mijn moeilijkheden of lijden aan ziektekriteria voldoen, kan ik rekenen op financiƫle en andere voorzieningen, anders nog nauwelijks. Ook de Wet Arbeidsongeschiktheid gebruikt ziekte als kriterium voor voorzieningen bij arbeidsongeschiktheid. Door het systeem is een ziekteattitude ontstaan. Hulpvrager en hulpverlener zullen altijd weer, bewust of onbewust, lijden in termen van ziekte vertalen, terecht of ten onrechte. Met veronachtzaming van andere wijzen van benadering. Deze hebben immers nauwelijks sociale geldigheid. De cirkel is gesloten; wetenschappelijk misverstaan, sociaal misverstaan en individueel misverstaan bij hulpvrager en hulpgever, houden elkaar in stand.