Fluspirilene (R 6218), een nieuw inspuitbaar depotneurolepticum
Een onderzoek naar zijn klinische werkzaamheid en zijn veiligheid
De klinische werkzaamheid van het fluspirilene werd onderzocht bij 21 vrouwelijke chronische schizofrenen (leeftijd: 23-75 jaar), die reeds gedurende gemiddeld 17 jaren in de kliniek verbleven.
Het (de) vorig(e) neuroleptikum(a) werd(en) abrupt gestopt en vervangen door wekelijkse injekties van fluspirilene (2-8 mg) in de bilspier. Na 10 weken open behandeling werd overgegaan tot een dubbel-blind onderzoek dat 7 weken duurde.
Het klinisch resultaat werd beoordeeld aan de hand van een 36- en een 7-item-schaal. Bij twee patiënten moest de fluspirilene-behandeling na 5 weken worden gestaakt.
De 19 overblijvende patiënten vertoonden tijdens de open fase een signifikante verbetering van de psychotische symptomen, vooral wat betreft geringe spraakzaamheid en geringe beweeglijkheid enerzijds en neerslachtigheid anderzijds. Geen signifikant verschil in aantal of ernst van de bijwerkingen kon worden vastgesteld.
Tijdens de dubbel-blinde studie verbeterden de psychotische symptomen verder bij de 10 fluspirilene-patiënten met statistisch signifikant gunstiger scores voor eigenaardige gemaniëreerdheid en pose en voor tekort aan normale affektiviteit (36-item-schaal). In de placebo-groep was het antipsychotisch effekt signifikant minder (7-item-schaal).
Extrapyramidale bijwerkingen werden gezien de eerste 24-48 uren na de injekties bij 9 patiënten en konden zeer goed worden bestreden door het antiparkinsonmiddel dexbenzetimide, dat samen met het fluspirilene kan worden ingespoten.
Bloedonderzoek, bij deze patiëntengroep uitgevoerd, laat geen toxiciteit van het fluspirilene vermoeden.