Integrative assessment of adult personality (3de druk)
Dit boek beschrijft een omvattend kader voor persoonlijkheidsonderzoek. In stappen wordt het model geschetst, gevolgd door de bespreking van enkele specifieke diagnostische instrumenten waarvan de toepassing gekaderd wordt in het model. Aan het einde van elk hoofdstuk wordt de inhoud geïllustreerd aan de hand van eenzelfde casus. Tot slot wordt de toepassing binnen specifieke doelgroepen of settings besproken, met een aanvulling over rapportage.
De ambities van het boek liggen hoog: het bieden van een transtheoretisch en integratief diagnostisch kader. Het model is transtheoretisch omdat het niet vertrekt vanuit een bepaalde school, maar bruikbaar moet zijn voor alle clinici, ongeacht hun achtergrond. Dit model – ‘s ystematic treatment selection ’ ( sts ) – is de rode draad in het boek en werd door de auteurs reeds uitgebreid beschreven (Beutler & Clarkin 1990).
Het integratieve doel houdt in dat gestreefd wordt naar een samenhangende interpretatie van testgegevens; dit moet leiden tot een probleemgeoriënteerd psychodiagnostisch verslag met suggesties voor het behandelplan en integratie van contextuele informatie. Diagnostiek moet voor de auteurs uitspraken doen over zes fundamentele patiëntkenmerken: functionele beperkingen, sociale steun, chroniciteit en complexiteit van de problemen, copingstijl, mate van vertrouwen of weerstand en stressniveau. Op basis van dit eerste, diagnostische niveau wordt bepaald welke behandelcontext aangewezen is en vervolgens welke procedures en therapeutkenmerken aangewezen zijn.
Het model en de diagnostische toelichting ervan zijn zeer geslaagd. De auteurs slagen erin de schoolstrijd te overstijgen, reeds vanaf hun omschrijving van persoonlijkheid als ‘ een sociaal construct dat verwijst naar gedragingen die sociaal relevant en stabiel zijn, die een continuïteit over de tijd vertonen en waarvan aangenomen wordt dat ze motivationele kenmerken reflecteren ’ (p. 1).
De daaropvolgende hoofdstukken beschrijven specifieke diagnostische instrumenten die de verschillende aspecten in kaart brengen. Het klinisch interview, de ‘ Minnesota Multiphasic Personality Inventory-2’ ( mmpi -2), krijgt een vrij centrale rol in het boek. Verder komen aan de orde: de ‘ Personality Assessment Inventory ’ (niet beschikbaar in het Nederlands), de ‘ Millon Clinical Multiaxial Inventory’ ( mcmi ) (deze krijgt veel lof toebedeeld), de neo -vragenlijst en vreemd genoeg ook de Rorschach. Het hoofdstuk over de Rorschach is het langste van het hele boek en doet een beetje afbreuk aan het transtheoretische opzet; dit had men beter achterwege kunnen laten.
Ondanks enkele zwakke hoofdstukken (over intelligentie en persoonlijkheid, zonder enige praktische relevantie en over toepassing in diverse settings), loont dit boek zeker de moeite voor wie soms worstelt met persoonlijkheidsdiagnostiek. In dat geval is het een boek om naast je werktafel te zetten en af en toe te raadplegen. Het model biedt een meerwaarde. Maar hier zit eveneens de zwakte: het sts is een beschermd merk. Op korte termijn zal dit de auteurs geld opleveren, maar op langere termijn kan het een belemmering zijn voor verspreiding.
F. De Groot