The wisdom of psychopaths
Dutton schreef een ietwat provocerend boek over psychopathie. Hij stelt dat het heel goed kan zijn om psychopathische trekken te hebben en, onder zekere voorwaarden, dat het zelfs heel goed kan zijn om psychopaat te zijn. Dutton beschrijft hoe het niet of nauwelijks beïnvloed worden door angst, een goede eigenschap is voor neurochirurgen, spionnen, astronauten, enz. In het zakenleven kan het voordelig zijn om meedogenloos voor jezelf op te komen en om je niet te laten beïnvloeden door medelijden.
In psychologische experimenten scoren mensen met meer psychopathische eigenschappen anders: ze zijn bijvoorbeeld beter in het ontdekken wie een zakdoek verstopt heeft en ze maken andere keuzes in morele dilemma’s. Er zijn ook biologische verschillen. Er is een correlatie van psychopathische trekken met bepaalde varianten van het mao-a -gen, met minder activiteit in de amygdala en met het vrijkomen van meer dopamine na amfetaminegebruik en na het krijgen van geld. Dutton beschrijft ook hoe hijzelf na transcraniële magnetische stimulatie ( tms ) op een psychopathische manier reageert, terwijl dit daarvoor niet het geval was.
The wisdom of psychopaths is niet specifiek geschreven voor mensen werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. Het gaat niet over behandeling, maar bespreekt wel een unieke visie op psychopathie. Het boek leest gemakkelijk, vooral ook doordat Dutton ook veel persoonlijke verhalen vertelt. Hoewel Dutton professor in Oxford is, heeft hij het boek meer geschreven als journalist dan als wetenschapper. Hij bespreekt gesprekken met onderzoekers op dezelfde manier als resultaten van experimenten. Het is daardoor niet altijd duidelijk hoeveel empirische ondersteuning er is voor zijn ideeën. Bovendien schrijft hij in zijn noten dat sommige van zijn eigen experimenten nog niet gepubliceerd zijn. Lezers zullen daarom zelf moeten nagaan hoeveel empirisch bewijs er is voor Duttons beweringen.
D. Hubbeling