Systematic psychiatric evaluation. A step-by-step guide to applying the perspectives of psychiatry
In 1983 publiceerden Paul McHugh en Philip Slavney, hoogleraren psychiatrie bij de Johns Hopkins University in Baltimore, The perspectives of psychiatry . Ik las deze tweede, geheel herziene druk, en was er zeer enthousiast over. Het was een antwoord op de ‘etiologieneutrale’ dsm-iii en - iv . McHugh en Slavney beschreven vier perspectieven van waaruit we de etiologie en behandeling van psychiatrische stoornissen kunnen beschouwen. Ten eerste het ziektestandpunt, met als voorbeelden de organische en psychotische stoornissen. Ten tweede het dimensionele standpunt, met als voorbeelden de stemmings- en angststoornissen en de persoonlijkheidsstoornissen. Ten derde het leertheoretische standpunt, met als voorbeelden de eetstoornissen, drangstoornissen en verslavingen. Ten vierde het narratieve standpunt, met als voorbeeld de stress- en aanpassingsstoornissen. De kunst van het vak is om, afhankelijk van de psychiatrische stoornis, een of meer van deze standpunten toe te passen.
Twee leerlingen van McHugh en Slavney hebben nu een praktische uitwerking van The perspectives geschreven, vooral ten behoeve van de opleiding. Het eerste deel geeft een samenvatting van de vier standpunten. De auteurs eindigen dit deel met een behulpzaam acroniem: hide . Het staat voor Has , Is , Does en Encounters : welke ziekte heeft de patiënt, wat voor iemand is de patiënt en hoe reageert hij of zij op wat hij meemaakt, wat doet de patiënt en welke ernstige omstandigheden heeft de patiënt meegemaakt. Het tweede deel bestaat uit negen gevalsbeschrijvingen waarin het diagnostisch interview verbatim wordt weergegeven. Bij elke casus wordt besproken hoe men de vier standpunten kan toepassen. Vervolgens wordt een diagnose geformuleerd, vergelijkbaar met wat wij wel een structuurdiagnose noemen. Daarbij wordt een keuze gemaakt voor een of meer van de vier perspectieven.
Er is veel kritiek op de dsm -psychiatrie. Het accent is komen te liggen op wat er met de patiënt aan de hand is, met verwaarlozing van de vraag waar de psychiatrische stoornis eigenlijk over gaat. En hoewel er natuurlijk wel een andere indeling van etiopathogenetische standpunten valt te bedenken, sluiten de vier perspectieven wel aan op hoe er in ons vak in de praktijk werd en gelukkig ook nog wordt gewerkt. Daarom zou het goed zijn als het praktische boek van Chisolm en Lyketsos gebruikt wordt in de opleiding en als de aiossen (en hun opleiders) er zo enthousiast over worden dat ze ook het boek van McHugh en Slavney zelf gaan lezen.
M.W. Hengeveld