Management of treatment-resistant major psychiatric disorders
Onze farmacologische, somatische en psychotherapeutische interventies zijn geen van alle erg effectief. Veel patiënten reageren onvoldoende op de eerste stap in de behandeling. Dit boek beoogt de clinicus practicus evidence-based informatie te verschaffen over de volgende stappen die dan gezet kunnen worden.
Het boek omvat 15 hoofdstukken. Allereerst een inleidend hoofdstuk met onder meer een nuttige tabel over waaraan te denken als een patiënt niet reageert op behandeling: stoornisgebonden factoren (bijvoorbeeld dat stoornissen feitelijk dimensioneel zijn), omgevingsfactoren, patiëntfactoren (niet alleen therapieontrouw) en clinicusfactoren.
Vervolgens 13 hoofdstukken waarin de problematiek en opties voor andere behandelingen bij een reeks van stoornissen worden beschreven: depressies, bipolaire stoornissen, de diverse angststoornissen, eetstoornissen, psychotische stoornissen, stoornissen in alcoholgebruik, persoonlijkheids- en slaapstoornissen. Ten slotte hoofdstuk 15 over stemmings- en angststoornissen bij kinderen.
Voldoet het boek aan zijn doelstelling? Ik denk het eigenlijk niet. De omvang en de kwaliteit van de diverse hoofdstukken zijn zeer wisselend. Sommige hoofdstukken zijn zo kort dat ze naast een goed overzicht nauwelijks ook nog eens praktische handvatten kunnen bieden. Het hoofdstuk over bipolaire stoornissen bevat bijvoorbeeld slechts 8 tekstpagina’s, wat echt onvoldoende is voor deze complexe stoornis met manische tegenover depressieve episode en ook nog eens het probleem van rapid cycling . Daarentegen bevatten andere hoofdstukken weliswaar ruim 20 tekstpagina’s, maar naar mijn mening bieden ook de meeste hiervan niet veel praktische aanwijzingen. Slechts enkele hoofdstukken monden uit in concrete praktijkadviezen, de meeste doen dat niet of nauwelijks. Hoofdstuk 3 over somatische interventies bij depressies (elektroconvulsietherapie ( ect ), psychochirurgie en modernere technieken zoals nervusvagusstimulatie en transcraniële stimulatie) komt bijvoorbeeld niet tot de conclusie dat vooralsnog eigenlijk alleen ect afdoende evidence-based is.
Het belangrijkste probleem met dit boek is dat het niet gefocust is op één stoornis of op een categorie van stoornissen (bijvoorbeeld stemmings- of angststoornissen). De behandeling van therapieresistente patiënten is werk voor experts (of nog beter expertteams), en men kan tegenwoordig niet meer op het hele vakgebied van de psychiatrie expert zijn. Op zijn of haar expertisegebied heeft een expert onvoldoende aan 8 tot iets meer dan 20 pagina’s. Hij kan dan beter een boek over dat ene expertisegebied ter hand nemen of de richtlijnen raadplegen.
Ik concludeer: dit boek lijkt me alleen nuttig voor degene die zich wil oriënteren over therapieresistentie op een terrein buiten zijn eigen expertisegebied.
W. Nolen