Psychoanalytic diagnosis. Understanding personality structure in the clinical process (2e druk)
Dit werk gaat over psychoanalytische psychodiagnostiek die ten dienste staat van de klinische, vooral de psychotherapeutische praktijk. Goede, dat wil zeggen nauwkeurige diagnostiek is voor de auteur, Nancy McWilliams, belangrijk voor zowel onderzoek als een goede psychotherapeutische praktijk. Zij is een autoriteit op dit gebied, als opleider én als onderzoeker; zij werkt voor Rutgers, de universiteit van New Jersey, en was voorzitter van de psychoanalyseafdeling van de American Psychological Association. Voor de praktijk is diagnostiek niet een zaak van globaal categoriseren, maar een zaak van goed begrip van de individuele persoon die te rade komt bij de therapeut.
Hoewel dit boek (zoals de eerste editie ervan in 1994) vooral praktijkgericht is en zich als inleiding voornamelijk richt tot beginnende onderzoekers en therapeuten, gaat de auteur de discussies omtrent de grondslagen van de diagnostiek in de actuele psychiatrie en klinische psychologie niet uit de weg: de discussie over het gebruik van labels en termen, over de categoriale versus de dimensionale diagnostiek, over de validiteit en betrouwbaarheid van dsm -categorieën, et cetera. De actuele onderzoeksliteratuur wordt, voor zover nodig voor de praktische benadering, voldoende aangebracht.
Het gaat om een structurele (persoonlijkheids)benadering als noodzakelijke aanvulling op een beschrijvende benadering ( dsm of icd ). Zij integreert de zogenaamde vier psychologiën uit de psychoanalytische familie: de driftpsychologie, de objectrelationele psychologie, de egopsychologie en de zelfpsychologie. Beoogd worden vooral de dieperliggende structuren van de persoonlijkheid en de innerlijke dynamieken. Die structuren en dynamieken zijn op zich niet pathologisch natuurlijk. Van een stoornis is sprake zodra de dynamieken verstarren en de actuele aanpassing van de persoon aan de omgeving alsook diens ontwikkeling doen stagneren en dus, verhinderen.
De diagnostiek van McWilliams is opgebouwd in een tweeassenstelsel. Ze zijn bedoeld om in de praktijk de essentie van de structurele denklijnen van elkaar te onderscheiden. De eerste as gaat om het ontwikkelingsniveau van de persoonlijkheid: de ernst van de stoornis. Dit wordt uitgedrukt in termen van neurotische, borderline-, of psychotische persoonlijkheidsorganisatie.
De tweede as gaat om een specifiek karaktertype binnen elk ontwikkelingsniveau. Hierbij wordt uitgegaan van de beschrijving van de preferentiële verdedigingsmechanismen. In deze tweede as worden de volgende persoonlijkheidstypen gehanteerd: antisociale, narcistische, schizoïde, paranoïde, depressieve of manische, masochistische, obsessieve-compulsieve, hysterische of dissociatieve persoonlijkheid.
Een waardevol en praktisch zeer bruikbaar handboek, dat een goede aanvulling is op de bekende uitgave van de pdm Task Force (2006).
Jos Corveleyn