Jeugdpsychiatrie en recht. Wetgeving zorgveld en praktijk (3e geheel gewijzigde druk)
Het eerste wat opvalt in alweer de 3de geheel gewijzigde druk van Jeugdpsychiatrie en recht is de enorme hoeveelheid hoofdstukken en behandelde onderwerpen. Dit doet uiteraard recht aan de complexiteit van de materie rondom jeugdigen met psychiatrische problemen binnen ons rechtssysteem, maar is tegelijkertijd ook een valkuil binnen dit lijvige, bijna 600 pagina’s bevattende boek. De auteurs, zestig in getal, hebben getracht op korte en bondige wijze inzicht te geven in hun thema.
Deel 1 beschrijft de Wet op de jeugdzorg, de uitvoering ervan en de samenhang met de kinder- en jeugdpsychiatrie; een zeer geslaagd eerste deel. Wat betreft deel 2, psychosociale problematiek, problematische opvoeding en psychiatrische stoornissen, is een overzicht slechts redelijk gelukt, waarbij zeker hier de verdieping zoekende lezer snel op zijn grenzen zal stuiten en op zoek moet naar uitvoeriger literatuur. De strikt juridische auteurs hebben over het algemeen in het boek meer ruimte gekregen, waardoor deze bijdragen voor de geïnteresseerde voldoende informatief blijken.
Deel 3, over forensische diagnostiek, bevat veel hoofdstukken waarin de samenhang met diagnostische vragen niet geheel duidelijk wordt. Het bestaat voor een groot deel uit beschrijvingen van bestaande instellingen en organisaties.
Deel 4, dat de zorg behandelt, beschrijft deze met een zware juridische nadruk. Er zijn slechts 16 pagina’s aan bestaande behandelvormen en effectiviteit gewijd, naast 140 pagina’s betreffende de wetgeving. Hierdoor is het denk ik niet gelukt een goed beeld te schetsen van behandeling en zorg voor deze kwetsbare groep. Ook mis ik enkele hoofdstukken betreffende de toekomst en de visie op de ontwikkeling van de zorg.
Toch is het boek voor eenieder die werkzaam is binnen dit veld en op zoek is naar compacte informatie over zeer uiteenlopende thema’s een goede aanschaf. Zeker de lezer die op zoek is naar een beschrijving van bestaande regelgeving en juridische vraagstellingen zal er zijn voordeel mee kunnen doen. Voor het ontwikkelen van een visie op de toekomst van het werkveld en in het bijzonder die van de zorg voor jeugdigen met een psychiatrische stoornis zal de lezer een beroep moeten doen op zijn of haar eigen creativiteit.
Andries Korebrits