Handboek angststoornissen
Hoewel angststoornissen niet tot de ernstigste stoornissen in de psychiatrie worden gerekend, zijn ze door hun grote prevalentie als groep voor de samenleving duurder dan depressieve stoornissen en stoornissen in het gebruik van middelen. In combinatie met een goede behandelbaarheid vormt dit een belangrijke reden om deze stoornissen te bestuderen en te begrijpen. De redacteuren van het Handboek angststoornissen willen de wetenschappelijke stand van zaken over de angststoornissen op een geïntegreerde manier tot de professionele lezer brengen. Zij slagen daar behoorlijk goed in. In 27 vlot geschreven hoofdstukken komt een veelheid van onderwerpen en benaderingen aan bod.
Jammer genoeg worden de acute stressstoornis en de posttraumatische stressstoornis in dit handboek niet besproken. De argumentatie daarvoor (de ‘geheel eigen etiologie’ van deze stoornissen en het feit dat bespreking ervan zou leiden tot een teveel aan tekst, wat inkorting van de stof over de andere angststoornissen zou meebrengen) overtuigt niet echt. Het verbaast mij dat in het (overigens uitstekende) hoofdstuk over de classificatie van angststoornissen hieraan geen aandacht wordt besteed, te meer daar op de vergelijkbare stoornissen uit het obsessieve-compulsieve spectrum uitgebreid wordt ingegaan.
Dit manco wordt echter gedeeltelijk goedgemaakt door een brede benadering, met bijvoorbeeld veel aandacht voor de impact van de angststoornissen op werk en gezin, en voor de behandeling door een uitstekend hoofdstuk over zelfhulp. Daarnaast krijgen de klassieke klinische elementen van epidemiologie, diagnostiek en behandeling met farmacotherapie en cognitieve gedragstherapie de nodige aandacht. Hoofdstukken over de organisatie van de zorg, met het gebruikelijke pleidooi voor stepped care en een hoofdstuk over richtlijnen in de behandelpraktijk leveren originele en interessante inzichten. Een wat kort hoofdstuk over experimentele psychopathologie van angststoornissen springt er eveneens in positieve zin uit.
Ten slotte worden ‘Capita selecta en nieuwe ontwikkelingen’ besproken, wat lijkt aan te geven dat de integratie van die nieuwigheden nog niet helemaal geslaagd is. Terwijl een hoofdstuk over D-cycloserine deze nieuwe ontwikkeling op een voorzichtige manier beschrijft, lijken hoofdstukken over acceptance and committment therapy en over mindfullness nogal algemeen en wat te weinig specifiek voor een handboek over angststoornissen. Een hoofdstuk over preventie van angststoornissen blijft ook een beetje te algemeen, maar levert toch ook interessante inzichten op. Het laatste deel over ‘patiëntenperspectief’ biedt een aantal prikkels tot verdere reflectie, maar kan de visie van een ervaringsdeskundige niet vervangen.
Dit handboek biedt een goede state of the art over deze groep stoornissen waarvan de relevantie buiten kijf staat, voor ggz-werkers en psychiaters. Het slaagt er echter niet helemaal in de valkuilen van een dergelijk multi-auteurboek (overlapping, herhaling) te vermijden.
Guido Pieters