CBT for psychosis. A symptom-based approach
Een weinig pakkende titel , maar het boek biedt wat het met zijn titel aankondigt. De 17 hoofdstukken zijn in de geest geschreven van het klachtgerichte paradigma voor psychose. Het uitgangspunt is dat niet de zogenoemde overkoepelende ‘ ziekte’ (schizofrenie, bipolaire stoornis) voorop staat, maar de klacht (zoals stemmen horen, waanovertuigingen, denkstoornissen of psychomotore armoede). Zeker de term ‘schizofrenie’ herbergt een dusdanige diversiteit aan klachten, ervaringen en beperkingen dat men die niet als uitgangspunt voor behandeling kan nemen. Vanuit een klachtgericht paradigma richt men zich op het verhogen van copingmogelijkheden en het vermogen om sociaal en professioneel te functioneren, veeleer dan op genezen.
Na een algemene inleiding, een bespreking van cognitieve modellen voor auditieve hallucinaties en wanen en een hoofdstuk over assessment volgt een reeks praktijkgerichte hoofdstukken. De lezer leert het een en ander over het ontwikkelen van een therapeutische alliantie, de rol van normaliseren, cognitieve gedragstherapeutische opties voor vroeginterventie, bevelshallucinaties, een kijk op negatieve symptomen en formele denkstoornissen, en een cognitief-interpersoonlijke benadering van emotioneel herstel en terugvalpreventie.
In een ander hoofdstuk wordt aangekaart dat het allemaal wel heel mooi is wat cognitieve gedragstherapie ( cgt ) te bieden heeft voor de mens die worstelt met psychotische fenomenen, maar dat al die mooie mogelijkheden maar zelden bij die mens terechtkomen. In de praktijk zijn maar weinig therapeuten opgeleid in specifieke cgt -perspectieven en -praktijken voor mensen met psychose. Bovendien is er niet zoveel psychotherapeutisch aanbod voor deze mensen. In de pragmatische geest van de cgt worden toch enkele mogelijke oplossingen voor dit probleem voorgesteld.
Ten slotte leert de lezer nog hoe hij of zij middelengebruik kan behandelen bij mensen die ook kampen met psychotische verschijnselen, dat hij of zij er rekening mee moet houden dat deze mensen redelijk vaak traumatische ervaringen achter de rug hebben, dat het zeer de moeite waard is om multi family therapy te organiseren, en hoe hij of zij deze doelgroep kan ondersteunen bij aangaan en volhouden van werk. Passend bij de nieuwere visie dat bipolaire stoornis misschien niet zo radicaal moet onderscheiden worden van de zogenoemde klassieke psychotische stoornissen, volgen 2 hoofdstukken over bipolaire stoornis.
Het boek bundelt een brede waaier aan perspectieven en therapeutische opties die erbij aansluiten. Zo biedt het aan wie nieuw is in dit veld een goede introductie, terwijl de meer ervaren therapeut een goede update krijgt. Zulke boeken zijn te vergelijken met een congres met een heleboel keynotes en workshops die 45 minuten duren. De lezer krijgt een heleboel inkijkjes in allerlei perspectieven en mogelijkheden, maar om ook maar één van die geschetste mogelijkheden zelf echt te kunnen realiseren, zal hij of zij nog studie, werk en inter-/supervisie moeten doen.
Johan Van De Putte