The neuroscience of psychotherapy. Healing the social brain (2de druk)
Een boek met een dergelijke titel roept grote verwachtingen op. De laatste decennia lijkt er door de inzichten in de werking van de hersenen, verkregen door basiswetenschappelijk onderzoek, een groeiende kloof te ontstaan tussen biologische behandelwijzen en psychotherapie. Dat terwijl klinische hulpverleners een verzoening van de twee nastreven en de valse dichotomie tussen materie en geest liever niet vertaald zien in oppositionele behandelingen.
De eerste drie hoofdstukken van het boek zijn veelbelovend. De auteur geeft hierin een inleiding op het thema waarin hij alle verwachtingen nog eens scherp verwoordt. Een overzicht van de geschiedenis van de verstrengeling van neurologie en psychologie geeft de lezer precies aan wat er op het spel staat. Bij de korte beschrijving van de voornaamste psychotherapieën wordt de gedragstherapie enerzijds gereduceerd tot cognitieve therapie, maar anderzijds vinden we er ook een hoofdstukje over integratieve therapie en over de niet-specifieke kenmerken van het therapeutisch proces. Een erg volledig overzicht dus.
Vervolgens kiest de auteur ervoor om in de volgende 200 bladzijden de neurobiologische kennis rond het menselijk gedrag te beschrijven. Eerst het gezonde brein en nadien enkele uitgewerkte voorbeelden van afwijkingen. Dit in een vorm die later van pas zal komen wanneer hij de brug maakt naar de psychotherapie. Dit deel van het boek is zonder meer het sterke gedeelte. Het is logisch geschreven, het is wetenschappelijk onderbouwd en het is volledig. Zo zijn er hoofdstukken over geheugensystemen, bewustzijn en het sociale brein. Telkens onderwerpen die in de hedendaagse neurowetenschappen hot topics zijn. Er is bovendien een rijkdom aan referenties en de meeste gezaghebbende auteurs en onderzoeken worden geciteerd. Hierdoor wordt het boek bijzonder leesbaar en interessant voor de psychotherapeut die van neurobiologie geen grote voorkennis heeft.
In de laatste 100 bladzijden, wanneer we op het dichten van de genoemde kloof hopen, worden we wat teleurgesteld. Meer zelfs, af en toe steekt het mentalisme iets te veel de kop op, en de wetenschappelijkheid lijdt daaronder. Omdat we op dat punt in het boek, zowel door onze verwachtingen in het begin als door de hoge kwaliteit van het voorafgaande, een apotheose zoeken, ontgoochelt dit eerder.
Globaal kunnen we dit boek bijzonder aanbevelen omwille van zijn volledigheid en leesbaarheid. Het is bovendien erg stimulerend. Maar neurowetenschap en psychotherapie verzoenen, is niet helemaal gelukt.
Dirk Liessens