Klinische kinderneuropsychologie
Het eerste Nederlandstalige basiswerk over klinische kinderneuropsychologie is een feit. Niet toevallig is dit lijvig basiswerk tot stand gekomen kort na de erkenning in 2009 van het specialisme klinische neuropsychologie in de Nederlandse Wet big (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg). Dit bijna 700 bladzijden tellend werk is alvast een belangrijke stap bij de verdere uitbouw van de klinische kinderneuropsychologie.
In een eerste hoofdstuk wordt een aantal belangrijke lijnen uitgezet: wat houdt dit specialisme in, welke competenties zijn vereist en wat is de positie van de klinisch kinderneuropsycholoog? Het neuropsychologisch denkmodel, waarin de neurocognitieve functies een belangrijke schakel vormen tussen het hersen- en gedragsfunctioneren, wordt ook beknopt toegelicht. Dit model vormt de rode draad voor de overige 26 hoofdstukken, die onderverdeeld zijn in vijf grote delen.
Deel 1 belicht in acht hoofdstukken de ontwikkeling van de hersenen, perceptie, motoriek, taal en spraak, geheugen, aandacht en executieve functies, emotie en sociale cognitie en intelligentie. Per domein krijgt de lezer een handig overzicht van diagnostische instrumenten die in het Nederlandstalig gebied worden gebruikt. Daarnaast is er per domein ook kort ruimte voor de bespreking van beschikbare behandelmethodes.
In deel 2 komt de neuropsychologische diagnostiek-behandelcyclus uitgebreid aan bod. Dit deel is niet onbelangrijk omdat auteurs hierin duidelijk aantonen dat klinisch neuropsychologisch werk absoluut niet kan verengd worden tot het afnemen van een batterij van taakjes.
In deel 3 bespreken auteurs een aantal belangrijke aanvullende domeinen die een rol spelen in het diagnostisch proces bij vermoeden van een verstoord hersenfunctioneren. Achtereenvolgens worden event-related potentials ( erp ), magnetische- resonantietomografie ( mri ), gedragsgenetica en stressregulatie besproken. De samenstelling en de inhoud van dit deel zijn echter onevenwichtig. De hoofdstukken over de techniek en toepassing van erp en mri zijn te summier en te beknopt om echt een meerwaarde te zijn voor dit boek. Uiteraard is de gedragsgenetica in volle ontwikkeling, maar dit hoofdstuk biedt de lezer nog te weinig een stand van zaken. Het laatste hoofdstuk van dit deel over stressregulatie valt inhoudelijk buiten de boot, maar verdient wel een plaats in dit basiswerk.
In het omvangrijke deel 4 komen meer dan 10 verschillende beelden aan de orde waarbij de klinische kinderneuropsychologie een belangrijke rol speelt: traumatisch hersenletsel, hersentumoren, epilepsie, intoxicaties bij zwangerschap, infectiezieken en auto-immuunaandoeningen, motorische ontwikkelingsstoornissen, dyslexie, adhd , autismespectrumstoornissen, non-verbale leerstoornissen en ten slotte genetische beelden zoals turner- en klinefeltersyndroom. Deze hoofdstukken bieden de lezer een bevattelijke stand van zaken. In het laatste deel krijgt de lezer een toelichting op het werken van de klinisch kinderpsycholoog aan de hand van twee casussen.
Dit basiswerk komt alvast tegemoet aan een groeiende vraag van hulpverleners naar de rol en de plaats van de neuropsychologie in het klinische werk met kinderen en adolescenten.
Jurgen Lemiere