Seksuele disfuncties. Diagnostiek en behandeling
Driewerf hoera voor de redactie van deze nieuwe wetenschappelijke uitgave rond seksuologische hulpverlening. Deze voor een wetenschappelijke recensie misschien minder gebruikelijke enthousiaste openingszin is niettemin toch gepast omdat de redactie erin is geslaagd om het ‘handboek seksuologische hulpverlening’ opnieuw uit te vinden en daarmee een nieuwe standaard te introduceren. De vernieuwing heeft niet zozeer te maken met de thema’s die in dit handboek aan bod komen.
Het boek is ruwweg opgebouwd uit 4 delen en telt 12 hoofdstukken. In een eerste inleidend deel wijzen de auteurs na een schets van het doel, de opbouw en insteek van het boek op het belang van aandacht voor diversiteit – in termen van seksuele oriëntatie en culturele verscheidenheid. Ook zetten zij de principes van een goede seksuologische diagnostiek nog eens overzichtelijk op een rij. In het tweede deel komen aan de orde: de seksuele functiestoornissen van vrouwen, met name stoornissen van seksueel verlangen en seksuele opwinding, orgasmestoornissen, oppervlakkige dyspareunie (pijn bij het vrijen) en vaginisme. Het derde deel is gewijd aan de mannelijke seksuele functiestoornissen met uitgebreid aandacht voor verminderd seksueel verlangen, erectiele disfunctie, orgasmestoornissen en urogenitale pijn. Het vierde en laatste deel bevat een aantal handige bijlagen met een overzicht van bruikbare seksuologische vragenlijsten, een overzicht van seksuele nevenwerkingen van geneesmiddelen, en een selectie van websites en boeken waarbij het belang ervan voor de seksuologische praktijk telkens kort wordt toegelicht. Zoals passend voor een wetenschappelijke uitgave sluit het boek af met een overzicht van de per hoofdstuk geraadpleegde literatuur, een overzicht dat zowel professionals als studenten een startpunt biedt om zich nog verder te verdiepen in een bepaald thema.
Het nieuwe waarnaar ik reeds verwees, gaat vooral over wat en hoe de auteurs over de seksuele functiestoornissen van vrouwen en mannen schrijven. Alle hoofdstukken over de functiestoornissen zijn op een uniforme manier gestructureerd en volgens hetzelfde stramien opgebouwd. Daarbij is er aandacht voor achtereenvolgens fenomenologie, prevalentie en incidentie, somatische en psychologische etiologie, diagnostiek, behandelingsmogelijkheden, beslismatrix over diagnostiek en behandeling volgens het plissit-model (‘permissie, gelimiteerde informatie, specifieke suggesties en intensieve therapie’), bekende behandeleffecten, diversiteitseffecten en als afsluiting een beknopte state-of-the-art. Daardoor kan zowel de beginnende als de meer ervaren beroepsbeoefenaar snel zijn of haar weg vinden in dit (naslag)werk waarin de – daar waar mogelijk evidence- based en daar waar nodig consensus-based – stand van zaken voor de hedendaagse diagnostiek en behandeling van de seksuele functiestoornissen grondig wordt besproken.
Seksuele disfuncties. Diagnostiek en behandeling is bedoeld voor seksuologen en voor gezondheidspsychologen, klinisch psychologen, psychotherapeuten, huisartsen, urologen en gynaecologen met meer of minder ervaring in het werken met seksuele disfuncties van hun cliënten of patiënten. Voor elk van deze beroepsgroepen geldt dat degenen die reeds professioneel actief zijn dit boek als een naslagwerk kunnen gebruiken. Voor hen die nog in opleiding zijn, is het een rijke bron van informatie over ‘how to start and to do’. Het moge duidelijk zijn: dit boek is meer dan een aanrader, het hoort zonder meer op de boekenplank van elke seksuologische hulpverlener die zichzelf een professional wil noemen.
P. Enzlin