Familiale covariatie van neurocognitie en negatieve symptomen bij psychotische stoornissen
achtergrond Neurocognitieve beperkingen vormen een van de belangrijke kernsymptomen van psychotische stoornissen en zijn vaak geassocieerd met negatieve symptomen. De vraag is of deze associatie door gedeelde etiologische factoren verklaard kan worden.
doel Te onderzoeken of siblings (broers en zussen) van patiënten met meer negatieve symptomen, lager scoren op neurocognitietaken. Dit zou betekenen dat dezelfde onderliggende (genetische) factoren een rol spelen bij het ontstaan van cognitieve en negatieve symptomen.
methoden In het kader van het Genetic Risk and Outcome of Psychotic disorders (group)-project werden 1040 patiënten en 1030 siblings gerekruteerd. Middels lineaire regressieanalyses werd gekeken naar de associatie tussen 10 neurocognitieve maten en negatieve symptomen bij patiënten (within-patient, cross-trait) en bij siblings en patiënten onderling (cross-sibling, cross-trait).
resultaten Informatieverwerkingssnelheid, gemeten met de Digit Symbool Substitutie taak, kwam als belangrijkste voorspeller van negatieve symptomen naar voren, zowel in de within-patient, cross-trait (ß - 0,20 p < 0,000) als de cross-sibling cross-trait analyses (ß - 0,10 p < 0,000).
conclusie Slechtere prestatie van gezonde siblings op neurocognitieve taken is geassocieerd met meer negatieve symptomen bij patiënten. Deze cross-sibling-cross-trait- covariatie kan niet door ziekte gerelateerde confounders verklaard worden en wijst op gedeelde genetischfamiliale kwetsbaarheid tussen neurocognitie en negatieve symptomen. Informatieverwerkingssnelheid blijkt daarbij de meest sensitieve maat te zijn. Verklaringsmodellen worden tijdens de voordracht besproken.