Geloof en wetenschap in de psychoanalyse
In dit artikel verplaatst de auteur - als psychiater in opleiding - het al lang bestaande dispuut of het psychoanalytische denken nu een wetenschap of geloof is, `naar binnen'. Als psychotherapeut in wording, kennismakend met de psychoanalytische theorie en praktijk, pendelt zijn kennistheoretische verhouding tot dit denken voortdurend tussen een geloofs- en een wetenschapspool. In een analyse van dit conflict vraagt hij zich af in hoeverre hij de kenmerken van een `onmogelijke hybride' - een gelovige wetenschapper of een wetenschappelijke gelovige - vertoont. Zonder dit kennistheoretische probleem te willen psychologiseren, komt hij - na beschouwing van het concept van Kris met betrekking tot het divergerende conflict - tot een paradoxaal aandoende oplossing. De spanning tussen beide polen blijkt zowel probleem als oplossing. De aard van deze spanning maakt het namelijk onmogelijk uit te maken wat `waar' is in de psychoanalytische theorie en praktijk (het probleem). Tegelijkertijd is deze spanning een onmisbare voorwaarde om te bepalen wat daar binnen van waarde is (de oplossing).