Neurobiologie van de posttraumatische stressstoornis: een literatuuronderzoek
achtergrond Posttraumatische stressstoornis (PTSS) is een ernstige angststoornis als gevolg van een traumatische stressor met klachten bestaande uit herbelevingen, vermijding en hyperactivatie. Onderzoek naar neurobiologische bevindingen bij PTSS geeft aanwijzingen voor psychofysiologische, neuro-endocriene en (functioneel) neuroanatomische veranderingen.
doel Ingaan op de volgende drie vragen: (a) Is er sprake van neurobiologische kwetsbaarheid voor de ontwikkeling van PTSS? (b) Welke neurobiologische veranderingen ontstaan door de traumatische gebeurtenis? (c) Ontstaan er als gevolg van (chronische) PTSS neurobiologische complicaties?
methode Literatuuronderzoek met behulp van Medline (publicaties na 1989) en publicaties in boeken.
resultaten Bij PTSS zijn er aanwijzingen voor disregulatie van het noradrenerge systeem, hypersensitiviteit van de HPA-as, afname van het hippocampusvolume, hyperperfusie van het limbische systeem en hypoperfusie van de prefrontale cortex.
conclusies (a) Disregulatie van het noradrenerge systeem en hypersensitiviteit van de HPA-as zijn mogelijk neurobiologische kwetsbaarheden voor de ontwikkeling van PTSS. (b) Bij PTSS zijn er naast en fysiologische hyperrespons en een verlaagde cortisolconcentratie, ook hyperperfusie van het limbische systeem en hypoperfusie van de prefrontale cortex waargenomen. (c) PTSS wordt gecompliceerd door comorbiditeit, zoals depressie en alcoholmisbruik, waarbij ook reductie van het hippocampusvolume wordt gezien.