Neurotrofe eiwitten bij patiënten met psychotische
stoornissen
achtergrond Psychotische stoornissen komen veelvuldig voor en worden behandeld met antipsychotica. Behandelresultaten zijn evenwel wisselend, omvatten hoofdzakelijk positieve symptomen en zijn onvoorspelbaar. Het meten van de effectiviteit van behandeling blijft een uitdaging. Onderzoek naar de neurotrofe eiwitten brain derived neurotrophic factor (bdnf) en S100B heeft een verband aangetoond met psychotische symptomen en wijst daarnaast op een relatie met behandeluitkomst en symptoomdimensies. Dit maakt de eiwitten interessante parameters voor de behandeling van psychotische symptomatologie, meten van effectiviteit en voorspellen van de uitkomst.
doel De primaire doelstelling is het onderzoeken van de relatie tussen serumconcentraties an bdnf en S100B en symptomatologie op baseline en na zes weken antipsychotische behandeling. Voorts wordt een gedetailleerde analyse van symptoomprofiel en behandeluitkomsten verricht.
methoden In de afgelopen jaren werden ongeveer 80 patiënten met een acute of chronische psychotische stoornis geëvalueerd op baseline en na zes weken antipsychotische behandeling. Diagnose en symptoomprofiel werden bepaald middels de cash, panss en cgi-s/i. De genoemde biochemische parameters werden gemeten op baseline en na zes weken. Symptoomprofiel en behandeleffect werden gerelateerd aan de biochemische resultaten.
resultaten Voorlopige analyses laten een globale behandelrespons zien van 19% (reductie op panss-totaal). Een significant biochemisch verschil werd gevonden op baseline tussen patiënten met een eerste psychose en patiënten met een recidief of chronische psychose (bdnf 12,4 versus 21,7μμg/l P < = 0,01, S100B 0,1055 versus 0,059μμg/l, P< 0,05). Na zes weken bleken de serumconcentraties van beide neurotrofe eiwitten vergelijkbaar tussen de groepen en binnen normale waardes.
conclusie Zes weken antipsychotische behandeling resulteert in een matige symptomatischeverbetering. In een subgroep met een eerste psychose zijn serumconcentraties van S100B hoger en bdnf lager ten opzichte van recidief of chronische psychose. De normalisatie van de beide serumconcentraties suggereert een effect van antipsychotica op neurochemische processen inhet brein.