Ontwikkelingstrajecten bij de behandeling van stemmingsstoornissen in de ggz
achtergrond Een actuele ggz-ontwikkeling is inzet van routine outcome monitoring (ROM) om behandelresultaten in kaart te brengen. ROM blijkt een uitstekend middel om praktijk, beleid en onderzoek bij elkaar te brengen, bijvoorbeeld door de mogelijkheid tot het onderscheiden van ontwikkelingstrajecten in de behandeling. Er is veel behoefte aan kennis over mogelijke typenbehandelverloop en de kenmerken van cliënten die een bepaald behandelverloop laten zien.
doel Het onderscheiden van ontwikkelingstrajecten bij de behandeling van stemmingsstoornissen in de ggz en het vergelijken van cliënten die een bepaald ontwikkelingstraject laten zien.
methoden Bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) is sinds 2002 een systematiek van rom ingezet. In de loop der jaren is er een grote hoeveelheid data verzameld. Daarbij zijn met betrekking tot stemmingsstoornissen zowel meer generieke instrumenten (Brief Symptom Inventory – BSI; Mood & Anxiety Symptom Questionnaire – MASQ) als specifieke instrumenten ingezet (Beck Depression Inventory – BDI-II; Dysfunctional Attitude Scale – DAS 13).
resultaten Uit een eerste analyse van individuele groeicurven is gebleken dat er verschillende ontwikkelingstrajecten onderscheiden kunnen worden. We verwachten daarmee de volgende trajecten te vinden: 1. vroege reageerders, cliënten die een vrij sterke afname van problematiek laten zien aan het begin van het traject en die een positief eindresultaat laten zien; 2. late reageerders, cliënten die eerst weinig reactie laten zien, maar aan het eind van de behandeling een vrij sterke afname van problematiek laten zien en een positief eindresultaat behalen; 3. wisselende reageerders, cliënten die soms een positief en soms een negatief resultaat laten zien; en 4. non-reageerders, cliënten die consequent geen reactie laten zien op de behandeling. Deze subgroepen zijn vervolgens op kenmerken zoals sekse, leeftijd, comorbiditeit en behandelduur met elkaar vergeleken.
conclusie In de conclusie zal ingegaan worden op de klinische en onderzoeksmatige relevantie van het onderscheiden van typische ontwikkelingstrajecten in de behandeling van stemmingsstoornissen.