Forensisch psychiatrische patiënten met geweldsdelicten: persoonlijkheidskenmerken en gedrag
achtergrond Op grond van de internationale literatuur is te verwachten dat klinische en poliklinische forensische patiënten hoger scoren op de persoonlijkheidsdomeinen neuroticisme en extraversie, en lager op altruïsme en consciëntieusheid en dat zij tevens een grotere dispositie hebben tot boosheid dan de 'normalen'. Naar verwachting rapporteren poliklinische patiënten meestal minder agressief en meer sociaal competent gedrag dan klinische patiënten.
doel Voor de ontwikkeling en evaluatie van de agressiehanteringstherapie zijn groepen klinische en poliklinische forensisch psychiatrische patiënten vergeleken met normgroepen wat betreft de persoonlijkheidskenmerken volgens de 'big five', en ook wat betreft agressief gedrag en sociaal competent gedrag. Daarnaast werden beide groepen met elkaar vergeleken. Onderzocht werd of de persoonlijkheidskenmerken en het probleemgedrag zoals die beschreven zijn in de internationale literatuur ook van toepassing zijn op een vergelijkbare Nederlandse populatie.
methode Het onderzoek had betrekking op 110 terbeschikkinggestelden en 69 poliklinische forensisch psychiatrische patiënten, voor wie de agressiehanteringstherapie was geïndiceerd. Bij het onderzoek werd gebruikgemaakt van zelfrapportagevragenlijsten en een checklist (Psychopathy Checklist-Revised) voor het meten van persoonlijkheidskenmerken en verschillende aspecten van agressief en sociaal competent gedrag.
resultaten De totale groep scoorde hoger op neuroticisme en lager op altruïsme dan de normgroepen, maar niet afwijkend op extraversie en consciëntieusheid. Wel bleek de totale groep meer gedisponeerd tot boosheid. De poliklinische patiënten verschilden onder meer in leeftijd van de terbeschikkinggestelden. Zij scoorden, gecontroleerd voor leeftijd, lager op openheid, altruïsme en consciëntieusheid. Tegen de verwachting in rapporteerden ze meer vijandig en agressief gedrag. Er bleek geen verschil in sociaal competent gedrag.
conclusie Een mogelijke verklaring voor de resultaten zou kunnen zijn dat terbeschikkinggestelden in een gestructureerde en gecontroleerde omgeving verkeren, in tegenstelling tot de poliklinische patiënten bij wie agressief gedrag vaker toegelaten en/of bekrachtigd wordt. Daarnaast zijn terbeschikkinggestelden geneigd tot het geven van sociaal wenselijke antwoorden, omdat ze veronderstellen dat de onderzoeksgegevens negatieve consequenties kunnen hebben voor eventuele verlenging van hun maatregel. Tegen de verwachting in scoorden beide groepen relatief hoog op de dimensie psychopathie. Aangezien de Psychopathy Checklist-Revised een goede voorspeller is voor
recidive, lijken zorgvuldige risicotaxatie en vroegtijdig ingrijpen bij jongere, gewelddadige delin-quenten met psychiatrische problematiek aangewezen.