Het vóórkomen van antipsychoticageïnduceerde bewegingsstoornissen bij patiënten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis
achtergrond Bij patiënten met borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS) worden steeds vaker (off-label) antipsychotica voorgeschreven, met name ‘atypische’ antipsychotica. Het afgelopen decennium zijn systematische reviews en meta-analyses verschenen over de effectiviteit van antipsychotica bij BPS, waarbij echter weinig aandacht is gegeven aan het optreden van bewegingsstoornissen als bijwerking.
doel Een inschatting maken van de kans op het ontwikkelen van een bewegingsstoornis indien een patiënt met BPS behandeld wordt met antipsychotica.
methoden Meta-analyse van placebogecontroleerde RCT’s waarin bewegingsstoornissen gemeten zijn met gestructureerde vragenlijsten.
resultaten Van 1980 tot maart 2010 zijn 14 RCT’s naar de effectiviteit van antipsychotica bij bps verschenen. In 50% van de studies zijn bewegingsstoornissen niet gestructureerd gemeten. Van de overige studies werd in 71% geen verhoogde incidentie van bewegingsstoornissen gevonden en is er in 29% niet duidelijk over gerapporteerd. De studielengte varieerde van 12 tot 26 weken (gemiddeld 15,7 weken). In de meeste studies werd olanzapine onderzocht, de dosering daarvan bedroeg 2,5 tot 20 mg/dag (gemiddeld 5,9 mg/dag).
De eerste analyses laten geen verschil zien in de incidentie van bewegingsstoornissen tussen de groep BPS-patiënten met olanzapine en placebo.
conclusie Deze meta-analyse laat geen verschil zien in de kans op bewegingsstoornissen tussen placebo en lage doseringen antipsychotica. Echter, de duur van de geïncludeerde studies was te kort om de incidentie van tardieve dyskinesie te meten die immers pas na maanden tot jaren antipsychoticagebruik ontstaat. Daarnaast zijn in onze meta-analyse voornamelijk studies naar olanzapine geïncludeerd en is er nog nauwelijks informatie over het ontstaan van bewegingsstoornissen bij gebruik van andere antipsychotica bij BPS. Een langdurige studie naar verschillende antipsychotica is nodig om een inschatting te maken van de kans op bewegingsstoornissen bij BPS.