De plaats van de cognitieve ontwikkeling in de kinderpsychiatrische behandeling
In dit decennium lijkt er binnen het vakgebied kinder- en jeugdpsychiatrie een verbreding wat betreft de gerichtheid op te treden. Naast emotionele en sociale ontwikkelingsaspecten nemen in onderzoek en praktijk biologische en cognitieve aspecten toenemend een gelijkwaardiger plaats in. Het cognitief-structurele ontwikkelingsmodel, zoals dat door Piaget ontwikkeld is, is _ en dit wordt helaas te weinig onderkend _ een theoriemodel dat goed bruikbaar is naast een psychodynamisch theoretisch kader. Het cognitief-structurele ontwikkelingsmodel biedt voor de individuele kinderpsychiatrische patiënt de mogelijkheid om diens cognitieve ontwikkeling langs meerdere lijnen te analyseren. In dit artikel werden een tweetal wijzen besproken waarop een differentiatie kan plaatsvinden. Gecombineerd met een psychodynamisch theoriemodel biedt het cognitief-structurele model de mogelijkheid om in een samenhang biologische, cognitieve, emotionele en sociale ontwikkelingsaspecten te beschouwen. Zowel wat betreft de diagnostiek als wat betreft de behandelingsdoelstellingen biedt zo'n samengestelde beschouwing mogelijkheden. Op welke wijze dit bij diverse kinderpsychiatrische ziektebeelden leidt tot praktische vraagstellingen, wordt in het kort geïllustreerd.
Dit artikel beoogt, gericht op de kinderpsychiatrische praktijk, een theoretische inleiding tot een denken te zijn, waarbinnen psychodynamische en cognitief-structurele aspecten samengaan. In eerdere en volgende publicaties tracht(t)en wij dit geïntegreerde denken toe te passen op de diverse kinderpsychiatrische ziektebeelden (o.a. Van Doorn, Verheij 1988, 1989).