Waarom liefde zo belangrijk is. Hoe de liefde voor je baby zijn hersenen vormt
Het belang van de eerste drie levensjaren in de ontwikkeling van een mens kan niet genoeg worden onderlijnd. Sue Gerhardt doet een bewonderenswaardige poging om recente data uit neurowetenschappen, ontwikkelingspsychopathologie, psychiatrie, psychoanalyse en theorieën over hechting en trauma te vertalen naar een breed publiek teneinde de fundamenten op emotioneel en sociaal vlak, die tijdens de zwangerschap en de eerste drie jaren worden gelegd, in kaart te brengen. Het werk van Alan Schore en zijn regulatietheorie is hierbij, naast dat van vele andere wetenschappers, een belangrijke inspiratiebron. In het eerste deel van het boek beschrijft ze de ontwikkeling van het ‘sociale brein’ en de ontwikkeling van de stressrespons, de immuunrespons en de neurotransmittersystemen van de mens, die van invloed zijn op het toekomstige emotionele leven. In het tweede deel van het boek onderzoekt de auteur de verbanden tussen een aantal specifieke stoornissen en aandoeningen op volwassen leeftijd en hun wortels in de babytijd. Ten slotte bevat het derde deel een aantal hoofdstukken over hoe de schade die geleden is in die eerste levensjaren later in het leven kan worden hersteld. Uiteraard is het onderwerp van het eerste deel moeilijke materie en de hoofdstukken die Gerhardt hieraan wijdt, blijven naar mijn idee voor leken vrij moeilijk te bevatten. Een ander zwak punt is dat bij het onderbouwen van stellingen bevindingen uit dieronderzoek en onderzoek bij mensen, zonder consequente vermelding, door elkaar worden gepresenteerd. De hoofdstukken in deel twee van het boek worden door de auteur rijkelijk gestoffeerd met eigen casusmateriaal. De verbanden die ze legt of verklaringen die ze vandaaruit biedt, zijn zeer persoonlijk gekleurd en het geheel komt daardoor weinig evidence-based over. Desalniettemin zijn de hoofdboodschappen van het boek helder en blijft het, zij het af en toe met voldoende kritische blik, zowel voor leken als professionals zeker het lezen waard.
S. Van Ransbeek