Handboek klinische ontwikkelingspsychologie. Over aanleg, omgeving en verandering
De klinische ontwikkelingspsychologie bestudeert de ontwikkeling van psychische aandoeningen bij kinderen en jongeren. In deze relatief jonge tak van de psychologie combineert men het klinische perspectief en het ontwikkelingsperspectief. Het is een relevant onderzoeksgebied aangezien uit een conservatieve schatting op basis van grootschalig epidemiologisch onderzoek blijkt dat de prevalentie van een klinische stoornis bij kinderen en jeugdigen tussen de 10 en 15% ligt. Dit handboek bestaat uit 2 delen en 22 hoofdstukken, geschreven door experts op het gebied van de verschillende onderwerpen. In het eerste inleidende hoofdstuk bakent de redactie het terrein van de klinische ontwikkelingspsychologie af en licht de begrippen in dit vakgebied toe. Deel I gaat vervolgens over fundamentele kwesties zoals genetische kwetsbaarheid (tweelingonderzoek), ontwikkelingsneuropsychologie, pre- en perinatale ontwikkeling en temperament. Deel II gaat over veelvoorkomende vormen van afwijkend functioneren van kinderen en jongeren zoals gedragsproblemen, angst- en stemmingsproblemen, pervasieve ontwikkelingsstoornis, middelenmisbruik en verstandelijke beperking. Elk hoofdstuk geeft aan de hand van longitudinaal onderzoek een overzicht van de stand van zaken op het betreffende gebied. Voorts beschrijft men risicofactoren en beschermende factoren, implicaties voor diagnostiek en behandeling en een transactioneel model waarin een poging wordt gedaan de verschillende factoren onder te brengen in een diagram. Ten slotte volgen de conclusie en het toekomstperspectief. In de meeste hoofdstukken krijgt de lezer een helder overzicht van het betreffende onderzoeksgebied aangeboden. Een enkele keer is de literatuur wat verouderd. In de paragrafen over diagnostiek en behandeling worden de meest gebruikte vragenlijsten en interventies beschreven, wat erg nuttig is voor clinici. De diagrammen van het transactionele model zijn over het algemeen helaas niet verhelderend. De veelheid aan blokjes, cirkels en pijlen (die soms weer met een boog naar de eigen cirkel terugverwijzen) zijn over het algemeen geen goede aanvulling op de tekst waarin het model meestal wel helder wordt. Over het geheel is dit handboek een interessant, goed leesbaar boek waar veel in valt te ontdekken voor clinici die werken met kinderen en adolescenten. Zij kunnen het gebruiken als praktische leidraad als zij voor problematiek gesteld worden waar zij niet frequent mee te maken hebben. Ook lijkt het boek me goed bruikbaar in verschillende (postdoctorale) opleidingen.
D.H. Nieman