De rol van moleculaire karyotypering in de psychiatrie
achtergrond Sinds vele jaren is regulier
chromosomenonderzoek bij patiënten met
multipele congenitale afwijkingen (mca) en/of
een ontwikkelingsachterstand (mentale retardatie,
mr) een belangrijk onderdeel van het diagnostisch
traject. Een nadeel is echter de relatief lage
resolutie. Daarom is het array-onderzoek ontwikkeld
dat in één enkel experiment, met een veel
hogere resolutie, het hele genoom in kaart brengt.
Met deze techniek worden simultaan zeer veel
punten op het humane genoom geanalyseerd op
het voorkomen van duplicaties en deleties. Inmiddels
zijn array's beschikbaar met wel twee miljoen
meetpunten. Door deze hoge resolutie kan met
één onderzoek bij veel meer mca/mr-patiënten
dan voorheen (15 tot 20% tegen voorheen 5%) een
afwijking worden gevonden in het genoom die ten
grondslag ligt aan de problematiek.
doel Het geven van een overzicht van de
moleculair genetische technieken en de toepassing
ervan bij de diagnostiek van neuropsychiatrische
aandoeningen.
methoden Presentatie van een aantal
illustratieve ziektebeelden.
resultaten Chromosoomafwijkingen
gaan in de regel niet alleen met ontwikkelingsproblemen
maar ook vaak met gedragsstoornissen
gepaard. Van de al wat langer bekende microdeletiesyndromen
zoals het digeorge/vcf-syndroom
(22q11.2 deletie) en het smith-magenissyndroom
(17p11.2 deletie) is dit algemeen bekend. Met de
recente onderzoeksmogelijkheden worden in toenemende
mate 'nieuwe' deletie- of duplicatiesyndromen
vastgesteld die mogelijk gerelateerd zijn
aan psychiatrische problematiek. Voorbeelden
zijn 15q13.3-deleties en 16p11.2-deleties die in
case-controlstudies in hogere mate worden gevonden
in patiëntcohorten met autisme of schizofrenie.
Een complicerende factor hierbij is echter dat
dergelijke deleties/duplicaties soms de novo zijn,
maar soms ook teruggevonden worden bij een
'normale' ouder en zelfs bij andere familieleden.
conclusie Kennis van moleculaire
genetica heeft geleid tot veelbelovende resultaten
die wellicht bijdragen aan een nadere onderbouwing
van de genotype-fenotyperelatie. Het is dan
ook een uitdaging om deze nieuwe technieken ook
toe te passen bij de diagnostiek van psychiatrische
aandoeningen.