Speekselcortisol en symptoomdimensies van depressie en angst
achtergrond Onderzoek suggereert
dat afwijkingen in de hpa- of hypothalamohypofyse-
bijnieras een rol spelen bij depressie, die
zich bijvoorbeeld uiten in verhoogde cortisolniveaus
na ontwaken en in de avond. Gevonden
effecten zijn echter klein en andere studies vinden
tegenovergestelde of geen associaties. Een mogelijke
verklaring hiervoor is dat het gebruikte
dsm-iv-depressiefenotype te heterogeen is, waardoor
kleine, symptoomspecifieke endocriene
effecten niet consistent gedetecteerd kunnen worden.
Daarnaast suggereert de hoge comorbiditeit
van angst en depressie dat een exclusieve focus op
één diagnose slechts een beperkt inzicht geeft in
de veelzijdige rol van de hpa-as.
doel De hpa-as zou daarom beter kunnen
worden onderzocht met symptoomdimensies
als fenotype, waarbij per specifiek symptoomdomein
de ernst op een continue schaal wordt uitgedrukt.
Zulke dimensies zijn specifieker, maar
tevens continu waardoor de statistische power
hoger is en ook non-lineaire associaties tussen de
ernst van symptomen en de hpa-as kunnen worden
onderzocht.
methoden Om die redenen onderzochten
we de associatie tussen speekselcortisol en de
dimensies van het tripartiete model: general distress
(gd), anhedonic depression (ad) en anxious arousal
(aa). We gebruikten data van 1809 deelnemers in
de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst
(nesda) waarbij speekselcortisol was verzameld
waarmee een cortisolochtendcurve en -avondwaarde
werd vastgesteld. Voor elke dimensie werd
de associatie met deze cortisolmaten onderzocht
door middel van multivariate regressiemodellen.
resultaten De resultaten van deze
analyses lieten zien dat zowel de gd- als addimensie
waren geassocieerd met de ochtendcurve.
Deze associaties waren non-lineair en bleven
statistisch significant na statistisch corrigeren
voor covariaten en dsm-iv-diagnoses. De ochtendcurve
nam eerst toe met de ernst op de gd- en
ad-dimensie maar daalde weer met verder toenemende
ernst.
conclusie Deze afname met hoge ernst
zou kunnen komen door habituatie/deactivatie
van de hpa-as als reactie op langdurige, ernstige
symptomatologie. De toegevoegde waarde van
dimensies wordt door deze resultaten onderstreept.