Learning About Mental Health Practice
Het gevaar bestaat dat onze soms te bureaucratisch opererende megaorganisaties met krapte aan personeel en financiën snel de echte noden van de patiënten uit het oog verliezen. Ze laten zich verleiden om de geleverde evidence-based zorg te beperken tot alleen interventies met een wetenschappelijk bewezen effectiviteit en 'vergeten' de value-based behandelingsaspecten zoals betrokkenheid en partnership tussen behandelaar en patiënt en omgeving. De schrijvers willen met hun boek 'een poging doen de verschillende ggz-disciplines in opleiding te helpen te leren denken in een veel breder perspectief dan alleen het medisch model'. Op gedegen wijze, die sterk wordt gekleurd door de ontwikkelingen in de Engelse ggz, bereiken zij dit doel. De leidraad daarbij is het in de laatste maanden van de 20ste eeuw opgestelde National Framework for Mental Health (Department of National Health) en de hiervan afgeleide '10 onontbeerlijke bekwaamheden'. Dit vormt een kader waarbij men zich richt op de psychiatrische én psychosociale aspecten in de zorg, het laatste gedefinieerd als het psychologische in interactie met het sociale. Met andere woorden: het gaat niet alleen over ziek-zijn en beter worden, maar ook over het hervinden van eigen waarden en normen, principes en mogelijkheden voor een zinvolle invulling van het eigen bestaan. Een dergelijke benadering grijpt terug op de Nederlandse sociaal-psychiatrische traditie in de jaren zeventig van de vorige eeuw, waarbij men de psychiatrie beschouwde als een geïnstitutionaliseerd gebied van actie, zorg en onderzoek. Verschillende auteurs lichten de '10 essentiële bekwaamheden' allereerst toe, en vertalen ze vervolgens naar de praktijk van de Engelse actualiteit in de ggz. Voor de Nederlandse lezer heeft dit als nadeel dat specifiek Engelse aspecten moeilijk plaatsbaar zijn. Is het boek daardoor onbruikbaar? Zeker niet. Er valt in Nederland nog veel te leren en te verbeteren rond thema's zoals 'werken in partnership'; 'respecteren van diversiteit', 'bevorderen van herstel' en 'geef door de cliënt gestuurde en op de cliënt gerichte hulp'. Het lezen van de hoofdstukken is inspirerend en tegelijkertijd frustrerend. Want hoewel we in Nederland op onderdelen zeker niet achterlopen, zijn we er nog niet in geslaagd al deze aspecten in hun onderlinge samenhang in één boek te beschrijven. Dé doelgroep zijn postdocs in de ggz. Dit boek mag in geen enkele opleidingsbibliotheek ontbreken. Ook voor ervaren professionals die naast de medisch technische deskundigheden zich aangesproken voelen voor het patiëntenperspectief van de behandeling, heeft het veel te bieden.
R.B. Laport