achtergrond Een herziening van de Multidisciplinaire richtlijn Angststoornissen is nodig in verband met nieuwe wetenschappelijke kennis over effectieve interventies en wijzigingen in de organisatie van de zorg.
doel De belangrijkste veranderingen van de herziening van de richtlijnen Paniekstoornis met of zonder agorafobie en Posttraumatische stressstoornis worden besproken alsmede implicaties voor de praktijk.
methoden De wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de paniekstoornis met of zonder agorafobie en posttraumatische stressstoornis werd vanaf 2001 verzameld, beoordeeld en verwerkt in de herziene versie van de richtlijn.
resultaten Bij de paniekstoornis met of zonder agorafobie is de grootste verandering ten opzichte van de eerste versie van de richtlijn dat de combinatiebehandeling van antidepressiva met exposure in vivo niet meer de meest effectieve behandeling is bij ernstige agorafobie. Bij korter bestaande en lichtere vormen van de aandoening gaat de voorkeur uit naar cognitieve gedragstherapie of daarop gebaseerde interventies. Bij de posttraumatische stressstoornis is de belangrijkste verandering dat cognitieve gedragstherapie en eye movement desensitization and reprocessing (emdr) nog meer dan in de eerste versie van de richtlijn geprioriteerd zijn als behandeling van eerste voorkeur. De nieuwe behandelalgoritmes worden besproken.
conclusie De nieuwe richtlijn geeft aanwijzingen voor een stepped-care behandeling van angststoornissen. Meer nadruk is gegeven aan niet-medicamenteuze behandelvormen. medicamenteuze behandelingen worden gereserveerd voor de meer langdurige, ernstige en voor psychotherapie resistente angststoornissen alsmede voor angststoornissen met een comorbide ernstige depressieve stoornis.