Terug naar af?
Het grensgebied tussen affectieve stoornissen en schizofrenieën is altijd al slecht gedefinieerd geweest. De onderzoeksbevindingen betreffende één categorie schizoaffectieve psychosen zijn tegenstrijdig op genetisch, biochemisch, neurofysiologisch, psychodynamisch, descriptief gebied alsmede op dat van beloop, afloop en effecten van behandeling. Ook op elk gebied afzonderlijk zijn de bevindingen geenszins eensluidend als gevolg van uiteenlopende diagnostische criteria en methodologische tekortkomingen. Aan de hand van een zestal hypothesen wordt de nosologische status van schizoaffectieve psychosen getoetst met behulp van literatuuronderzoek.
De belangrijkste conclusies zijn dat het om een zeer heterogene groep stoornissen gaat, voornamelijk affectieve schizomanieën zijn op basis van familieonderzoek en beloop en behandeling gerelateerd aan affectieve bipolaire stoornissen. Voor een verdere subtypering is verder klinisch onderzoek nodig in relatie tot de familieanamnese en psychosociale factoren, hetgeen bij schizodepressies kan leiden tot de classificatie van de aanwezigheid van meer dan één stoornis. Vervolgens worden beloop en afloop, alsmede de reactie op psychofarmacologische behandelingen, kritisch bezien als validiteitscriteria en wordt de noodzaak benadrukt te controleren voor de aanwezigheid van psychotische symptomen in familie, descriptief, beloop en behandelingsonderzoek.