Depressie en inflammatie bij patiënten met acute en stabiele hartziekte: een meta-analyse
achtergrond Depressie bij patiënten met hartziekte is geassocieerd met een slechtere prognose. Verschillende onderzoeken laten een verhoogde inflammatoire activiteit zien bij depressieve patiënten, hetgeen mogelijk ten grondslag ligt aan de associatie tussen depressie en hartprognose. Aangezien er ook negatieve onderzoeken zijn verschenen en de associatie voor verschillende inflammatiemarkers lijkt te variëren, hebben we een meta-analyse uitgevoerd naar het verband tussen verschillende inflammatiemarkers en depressie bij patiënten met hartziekte.
doel Het bepalen van de associatie tussen verschillende inflammatiemarkers en depressie presentaties bij patiënten met hartziekte.
methoden Een systematische review van de literatuur is uitgevoerd met betrekking tot studies die de associatie hebben onderzocht. Geïncludeerde inflammatiemarkers waren: crp, tnfalfa, il-6, il-lra, stnf-ri en stnf-rii.
resultaten De kwaliteit van de meeste onderzoeken voldeed niet aan onze a-prioricriteria. We konden zeven onderzoeken includeren. Zes studies hadden de associatie van depressie met crp onderzocht, waarvan er vier een positieve associatie lieten zien. Vijf studies rapporteerden over het verband met il-6, waarvan er één een positief verband had gevonden. Twee studies waren beschikbaar die de associatie met tnf-alfa hadden bepaald, en deze waren beide negatief. Eén studie rapporteerde over stnf-ri en stnf-rii en was negatief.
conclusie Vanwege het beperkte aantal onderzoeken in deze populatie kan geen sterke conclusie worden getrokken over de associatie tussen depressie en respectievelijk tnf-alfa, il-6, illra, stnf-ri en stnf-rii. Wel werd in 4 van de 7 onderzoeken een significant positieve associatie tussen depressie en crp gevonden. Het is mogelijk dat bij depressieve hartpatiënten een verhoogd crp-gehalte gedeeltelijk het prospectieve verband tussen depressie en hartprognose kan verklaren.