The Mental Health Needs of Young Offenders. Forging Paths toward Reintegration and Rehabilitation
Dit boek gaat uit van de vaststelling dat de meerderheid van de jonge plegers van een delict leiden aan een psychische stoornis, waarbij vooral middelenmisbruik en zwakbegaafdheid op de voorgrond staan. Deze stoornissen worden dikwijls niet vastgesteld en blijven bijgevolg onbehandeld.Na een beschrijving van de prevalentie van psychiatrische stoornissen bij deze groep jongeren die verblijven in de forensische voorzieningen, geven de auteurs een overzicht van de gezondheidsnoden op psychisch vlak. Verder besteden zij aandacht aan het gegeven dat in de Amerikaanse penitentiaire voorzieningen disproportioneel veel jongeren verblijven in vergelijking met het aantal contacten van jongeren met juridische instanties. Vervolgens wordt er aandacht besteed aan de ondervragingstechnieken van jongeren en de beoordeling van de bekwaamheid van jongeren om aan een proces te kunnen deelnemen, het zogenaamde principe van 'to stand trial' in de Angelsaksische procesvoering. Vervolgens gaat het boek meer in detail in op een aantal psychiatrische stoornissen bij jongeren, namelijk op de etiologie van antisociaal gedrag, middelenmisbruik en seksuele delicten. Een apart hoofdstuk handelt over het voorkomen van zelfmoord bij delinquente jongeren. Vervolgens besteedt het boek aandacht aan de opvoedingsproblemen bij deze groep, de problematiek van de doodsstraf bij jonge delinquenten en de beoordeling en screening van geestelijke en somatische gezondheid binnen de juridische voorzieningen voor jongeren, evenals aan de psychologische testdiagnostiek. De laatste hoofdstukken in dit boek gaan in op de mogelijkheid van farmacologische behandeling bij jeugddelinquenten, de beschikbare evidence-based behandelingsvormen en alternatieven voor opsluiting in de vorm van gemeenschapsprogramma's; met eveneens aandacht voor mogelijk vernieuwende gerechtelijke procedures om met probleemjongeren juridisch om te gaan. Het boek eindigt met een hoofdstuk over de ethische aspecten verbonden aan het werk met deze groep van jongeren. Het mag duidelijk zijn dat dit boek een referentiewerk is voor al wie bij de problematiek van de jeugddelinquentie betrokken is. Hoewel het boek is geschreven vanuit een Amerikaans perspectief en vanuit de Amerikaanse juridische context, biedt het ook voor ons een rijk overzicht van de verschillende thema's verbonden met de problematiek van jeugddelinquentie. Elk hoofdstuk schetst in een twintigtal pagina's op een duidelijke, goed onderbouwde wijze één van de genoemde thema's, met telkens een Amerikaanse expert als auteur. Daarnaast eindigt elk hoofdstuk met een uitgebreide referentielijst, waardoor degenen die op het besproken thema verder wensen in te gaan wegwijs gemaakt worden in de relevante literatuur.
R. Verelst