Care Full. Medico-legal reports and the Istanbul Protocol in asylum procedures
Het Istanbul Protocol (2001) omvat een reeks van internationale richtlijnen betreffende de vaststelling van foltering en de gevolgen hiervan. De basis voor dit protocol waren de vele klachten inzake foltering of andere vormen van onmenselijke behandeling of bestraffing bij de behandeling van asielzoekers. De Nederlandse afdeling van Amnesty International, samen met het Pharos kenniscentrum vluchtelingen en gezondheid en de Nederlandse Raad voor Vluchtelingen, zetten een project op om de aandacht op dit protocol te richten en de bewustwording hieromtrent te vergroten, waarbinnen de publicatie van dit boek past. Een eerste hoofdstuk behandelt de juridische status binnen het internationale recht van dit protocol. Vervolgens wordt er aandacht besteed aan de fysieke gevolgen van foltering en aan de psychologische en psychiatrische effecten van het hervertellen van traumatische ervaringen door asielzoekers. Gedurende een asielaanvraag wordt er dikwijls gebruikgemaakt van medische informatie, onder meer om te beoordelen of een asielzoeker een volledig en betrouwbaar relaas kan doen van hetgeen hem of haar is overkomen, om de verklaringen van mishandelingen van een asielzoeker te staven en om te controleren of uitgeprocedeerde asielzoekers in staat zijn om te reizen. Het gebruik van deze medische expertise en de wijze waarop het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg en het Comité tegen Foltering van de Raad van Europa deze medische rapporten, vanuit juridisch oogpunt, beoordelen, vormt het onderwerp van het vierde hoofdstuk van dit boek. Een vijfde hoofdstuk behandelt het gebruik van het Istanbul Protocol en de waarde die aan dit protocol gehecht wordt tijdens asielprocedures. Het laatste hoofdstuk beoordeelt het gebruik van medisch forensische rapporten in het kader van de beoordeling van een asielaanvraag door de verschillende lidstaten van de Europese Unie. Alhoewel erg technisch en handelend over een erg gespecialiseerde materie, is dit boek verhelderend geschreven en biedt het leken terzake zeker de mogelijkheid om met deze vrij technische, maar voor de betrokkene erg relevante materie in contact te komen. Dit boek zal de bewustwording en de kennis over het Istanbul Protocol en het gebruik van de erin vervatte principes tijdens asielaanvragen zeker vergroten. Verder bieden de referenties voor de geïnteresseerde lezer in het forensisch psychiatrische werk met asielzoekers een rijke bron van verdere literatuur op dit terrein.
R. Verelst