Cognitieve stoornissen bij patiënten met een ultrahoog risico op een psychose en schizofrenie in de vroege fase; een gecontroleerd onderzoek
achtergrond Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat patiënten met een ultrahoog risico op psychose (uhr) slechter presteren op een neuropsychologische testbatterij dan controlepersonen zonder psychiatrische symptomen, waarbij er geen verschil was in gemiddeld iq (Lencz e.a. 2006; Whyte e.a. 2006).
doel Vergelijken van de prestaties van uhr-patiënten met die van een controlegroep zonder pscychiatrische symptomen en van patiënten met schizofrenie in de vroege fase; vergelijken van de prestaties van uhr-patiënten die de transitie naar psychose wel en niet doormaken.
methode uhr-patiënten werden geïncludeerd als zij voldeden aan één of meer van de volgende criteria: (a) lichte psychotische symptomen (d.w.z. psychoseachtige verschijnselen die niet de intensiteit van psychose hadden); (b) een kortdurende psychose met spontane remissie binnen een week; (c) een eerstegraads familielid met een psychotische stoornis in combinatie met achteruitgang in het functioneren in het afgelopen jaar.
resultaat Neuropsychologische tests werden afgenomen bij 47 uhr-patiënten, 46 controlepersonen en 65 patiënten met schizofrenie, gematcht op leeftijd, geslacht en premorbide iq. Van de 47 patiënten maakten er 17 de transitie naar psychose door (uhrt+) en 30 niet (uhrt-). Op de subtest Verbal Fluency (categorieën) presteerden de uhr-patiënten slechter (t = 2,9; p < 0,005) dan de controlepersonen en even slecht als de patiënten met schizofrenie. Patiënten die een transitie doormaakten, presteerden slechter op de subtest Verbal Fluency (t = -2,67; p < 0,01) dan degenen die geen transitie doormaakten.
conclusie Psychosespecifieke cognitieve stoornissen kunnen al voor het uitbreken van de eerste psychose worden aangetoond. Neuropsychologische maten kunnen bijdragen aan de voorspelling van psychose in een uhr-populatie.