Het polymorfisme van serotoninetransporterpromotor (slc6a4) modificeert de samenhang tussen sert-bezettingsgraad en de klinische respons op paroxetine
achtergrond De behandeling van unipolaire depressie met selectieve serotonineheropnameremmers (ssri's) richt zich primair op de serotoninetransporter (sert). Responspercentages voor ssri's bedragen 30-50% en behandelrespons is moeilijk te voorspellen. Een sert-bezettingsgraad van 80% door een ssri wordt gerelateerd aan respons. Echter, de aanname dat 80% sert-bezetting voor respons vereist is, is twijfelachtig. Het triallelische sert-polymorfisme is gerelateerd met respons, al is onduidelijk of het de farmacodynamica van ssri's modificeert.
doelstelling (1) Nagaan wat de relatie is tussen sert-bezetting en respons; (2) nagaan of het sert-polymorfisme de relatie tussen (a) paroxetineserumconcentratie (psc) en bezetting, en (b) bezetting en respons modificeert.
methode Wij includeerden 49 ambulante mdd-patiënten, 25-55 jaar, ≥ 4 weken medicatievrij, in een open onderzoek met vaste dosering paroxetine (20 mg/dag). Patiënten met bipolaire en psychotische stoornis werden geëxcludeerd. Op week 6 werden psc en het triallelische sert-polymorfismen (S, Lg, La) van de slc6a4-promotorregio bepaald. Voor en na 6 weken behandeling werd de serotonine-transporterbindingspotentiaal (bpnd) gekwantificeerd d.m.v. [123I]β-citspect- scans, en werd in week 6 de bezettingsgraad berekend. Primaire uitkomstmaten: percentage daling op Hamilton Depression Rating Scale (hdrs17) en respons (≥ 50% hdrs-daling).
resultaten We vonden geen significante relatie tussen bezetting en respons. Echter, het sert-polymorfisme modificeerde de samenhang tussen psc en bezetting, waarbij het La/Lagenotype een hogere midbrainbezetting liet zien bij lagere psc, met hogere plateauwaarden. Voor de La/La-groep was er tevens een significante positieve relatie tussen sert-bezetting in de midbrain en percentuele daling op de hdrs17 (p = 0,01), wat niet het geval was voor de andere genotypen.
conclusie De sert-bezettingsgraad voorspelt de klinische respons niet eenduidig. Deze relatie wordt gemodificeerd door sert-polymorfismen. Het La/La-genotype voorspelt gunstige ssri-farmacodynamica. Dit draagt bij aan beter begrip van sshr-farmacodynamica en de effectiviteit van huidige ssri-doseringsprotocollen.