Depressie en comorbide angst: betekenis voor het beloop en implicaties voor behandeling
achtergrond Depressie en angststoornissen komen vaak samen voor. Comorbiditeit duidt op een ernstiger aandoening en een grotere kans op therapieresistentie. Actuele richtlijnen behandelen echter voornamelijk de enkelvoudige stoornissen. Er verschijnen recentelijk meer studies naar effecten van behandelingen op depressie én angst.
doel Een overzicht bieden van de bevindingen van studies naar gecombineerde effecten.
methode Systematische literatuursearch naar gerandomiseerde gecontroleerde trials (rct's) in Medline, Embase, Psychlit vanaf 2000.
resultaten Veel onderzoek richt zich op de zogenaamde 'anxious depression' waarbij de beschreven angststoornis niet aan dsm-iv-criteria voldoet, of niet als zodanig is gediagnosticeerd. Er werden 11 rct's gevonden die een verschillende effectiviteit vonden tussen depressie met en zonder angst en 3 studies die geen verschil vonden. Selectieve serotonineheropnameremmers (ssri's) zijn mogelijk effectiever dan tricyclische antidepressiva (tca's) voor deze vorm van comorbiditeit. Er waren slechts 2 studies over psychotherapie.
conclusie De operationalisatie van de anxious depression bemoeilijkt de toepassing van de bevindingen in de praktijk. Beschikbare studies verschillen in opzet en meetsinstrumenten. Meer onderzoek met systematische diagnostiek van comorbide aandoeningen is dringend gewenst.