ocs-achtige symptomen bij autisme
achtergrond In de wetenschappelijke literatuur wordt voorgesteld de obsessieve-compulsieve stoornis (ocs) niet te classificeren onder angststoornissen, maar als een subtype van het obsessieve-compulsieve spectrum. Dit omvat stoornissen zoals: ocs, stoornis in de lichaamsbeleving, misbruik van middelen, pathologisch gokken en de autistische stoornis (as). Deze hebben als gemeenschappelijk kenmerk de obsessievecompulsieve trekken en ze vertonen overeenkomsten in patiëntkenmerken, ziektebeloop, comorbiditeit, neurobiologische kenmerken, effecten van behandeling en symptomen bij eerstegraads verwanten. De meerderheid van volwassen patiënten met een autistische stoornis vertoont repetitief, ritualistisch en compulsief gedrag.
doel Het verduidelijken van de relatie tussen ocs en de autistische stoornis op het symptoomniveau en het neuropsychologisch/neurofysiologisch fenotype.
methode De literatuur over de relatie tussen ocs-symptomen en autisme wordt samengevat. Aan de hand van een aantal gevalsbeschrijvingen wordt die relatie nader geadstrueerd. De neuropsychologische kenmerken van ocs-symptomen bij as-patiënten worden vooral verduidelijkt.
resultaten Volwassen patiënten met as hebben frequent symptomen als repetitief ordenen, controleren, rechtzetten, verzamelen en aanraken, in tegenstelling tot de klassieke ocd. De obsessieve gedachten hebben minder betrekking op de gebruikelijke thema's agressie, religie en seksualiteit dan bij de ocs. In het algemeen treden compulsies en rituelen vaker op dan pure obsessies.
conclusie Oppervlakkig gezien lijken ocs-symptomen en autismegerelateerd dwangmatig gedrag sterk op elkaar, maar er bestaan onderliggende verschillen. Bij ocs speelt angst voor het achterwege laten van symptomen een rol, bij autisme een gebrek aan centrale coherentie of zintuiglijke overgevoeligheid.