Risperidon versus aripiprazol; vergelijkend onderzoek naar seksuele functiestoornissen
achtergrond Patiënten die antipsychotica gebruiken, rapporteren frequent seksuele functiestoornissen. Tussen 2005 en 2008 werd in het umc Groningen een onderzoek uitgevoerd waarin de effecten van risperidon en aripiprazol op seksueel functioneren en hormonale veranderingen werden vergeleken.
doel Vergelijken van de effecten van risperidon en aripiprazol op seksueel functioneren.
methode Open gerandomiseerd klinisch onderzoek waarbij seksueel functioneren en hormonale veranderingen na zes weken behandeling werden geëvalueerd.
resultaten Er werden 42 patiënten gerandomiseerd, die na mondeling en schriftelijk informed consent meededen; 9 mannen en 1 vrouw staakten voortijdig met aripiprazol; 5 keer speelde ervaren onrust een belangrijke rol bij stoppen. De andere 5 staakten de behandeling of startten niet, zonder duidelijke relatie tot aripiprazolgebruik. Vijf mannen en 1 vrouw stopten voortijdig de behandeling met risperidon of zijn niet gestart, dit had geen duidelijke relatie tot risperidongebruik. In totaal maakten 23 patiënten de studie af: 10 van hen gebruikten aripiprazol (gemiddelde dosis 15 mg/dag) en 13 risperidon (gemiddelde dosis 3,1 mg/dag). De gemiddelde prolactinespiegel was 200 (sd: 169) mE/l in de aripiprazolgroep en 1274 (sd: 732) mE/l in de risperidongroep (t-toets: t = 4,04; df = 17; p = 0,001). Patiënten behandeld met aripiprazol (n=10) rapporteerden geen seksuele functiestoornissen, 3 patiënten rapporteerden enige verbetering in het seksueel functioneren. Met risperidon behandelde patiënten (n = 13) rapporteerden vaak (62%) seksuele functiestoornissen (χ2-toets: p = 0,002).
conclusie Hoewel de onderzoeksgroep klein is, rapporteerden patiënten die aripiprazol gebruikten significant minder seksuele functiestoornissen dan degenen die risperidon gebruikten. Patiënten die risperidon gebruikten, hadden een significant verhoogde prolactinespiegel.