Depressie en hyperactiviteit van de hpa-as; is er een echte link?
achtergrond Veelal wordt aangenomen dat depressie samenhangt met hyperactiviteit van de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (hpa-as), resulterend in hogere cortisolwaardes. Echter, de resultaten zijn inconsistent.
methode Om te onderzoeken of er een samenhang bestaat tussen depressie en cortisolwaardes in een groot cohortonderzoek bekeken we 1655 personen met en zonder depressie van het nesda-cohort van totaal 2981 repondenten. Drie groepen werden vergeleken: 454 controles zonder een depressieve stoornis, 794 personen met major depressive disorder (mdd) eerder in het leven (maar niet huidig), en 407 personen met een huidige mdd (in de afgelopen maand). mdd werd gediagnosticeerd middels het Composite International Diagnostic Interview (cidi) en cortisolwaardes werden gemeten in zeven speekselmonsters, inclusief een cortisol-ochtendcurve, twee avondwaardes en een dexamethasonsuppressietest.
resultaten De drie groepen lieten een klein significant verschil zien in hun cortisol-ochtendcurve, overall (p = 0,03), en de interactie met tijd (p = 0,005), met de hogere cortisolwaardes voor de mdd-groepen. De basale avondwaardes en de ratio van de ochtendwaarde voor en na dexamethasoninname waren niet verschillend voor de drie groepen.
conclusie Deze voorlopige nesda-resultaten suggereren dat depressieve personen een bescheiden, maar significante verandering in de cortisol-ochtendcurve hebben, maar geen verschil in avondwaardes en geen verminderde suppressie na dexamethasoninname. Mogelijke verklaringen zoals gebruik van medicatie, comorbiditeit en trauma worden onderzocht.