Effectiviteit van behandeling van depressie: een vergelijking tussen rct's en de dagelijkse praktijk
achtergrond Er zijn verschillende evidence-based behandelingen beschikbaar voor depressie. Deze zijn gebaseerd op resultaten van gerandomiseerde klinische trials (rct's), met strikte voorwaarden voor deelname (exclusiecriteria: comorbiditeit, middelenmisbruik, minimale ernst, suïcidaliteit etcetera). De effectiviteit van dergelijke behandelingen in de dagelijkse praktijk is echter onbekend. Het hier gepresenteerde onderzoek is een bijdrage aan de toenemende vraag naar de effecten van behandelingen in de dagelijkse behandelpraktijk.
doel Het vergelijken van de effectiviteit van depressiebehandelingen met de uitkomsten in rct's. Vervolgens onderzoek naar de invloed van patiëntfactoren op deze effectiviteit.
methode Er wordt gebruikgemaakt van routine outcome monitoring (rom)-data van de verschillende poliklinieken van zes centra voor basiszorg van Rivierduinen. In de periode 2002-2007 kregen 4158 poliklinische patiënten met een mogelijke stemmings-, angst- of somatoforme stoornis een evaluatie op baselineniveau. Er voldeden 1654 patiënten aan de criteria van ten minste een depressieve stoornis volgens de Mini International Neuropsychiatric Interview Plus (miniplus). Van hen ondergingen 753 patiënten ten minste 1 followupmeting. Van deze patiënten wordt de behandeling nader geëvalueerd door middel van statusonderzoek.
resultaten Voorlopige resultaten laten zien dat de behandelresultaten in de dagelijkse praktijk voor zowel farmacotherapie als psychotherapie ongeveer 50% lager liggen in responspercentage (50% reductie op de madrs) en ongeveer 30% lager in remissiepercentage (madrs ≤ 12) dan in rct's. Als veelgebruikte exclusiecriteria van rct's worden toegepast op de 1654 patiënten, zou maximaal 30% in aanmerking komen voor deelname aan rct's. Factoren die van invloed zijn op de gevonden lagere effectiviteitcijfers dienen nog verder geanalyseerd te worden.