WISC-IV Advanced Clinical Interpretation
De Wechsler Intelligence Scale for Children (wisc) is wereldwijd de meest gebruikte intelligentietest voor 6- tot 16-jarigen. Hoewel we in Nederland pas sinds 2002 de wisc-iii gebruiken, werd de wisc-iv in Amerika en andere landen al in 2003 geïntroduceerd. Deze boeken zijn vooral bedoeld voor mensen die zelf intelligentieonderzoek doen of hierin geïnteresseerd zijn. Allerlei ontwikkelingen worden uitgebreid besproken, waarbij direct helder wordt hoe rijk de internationale wisc-onderzoekstraditie is vergeleken met Nederland. De auteurs, van wie enkelen overigens bij wisc-iv-uitgever Harcourt Assessment werken, geven een uitvoerige beschrijving van de belangrijkste kenmerken en interpretatiemogelijkheden. De wisc-iv laat het klassieke onderscheid tussen een verbale en een performale schaal los. In plaats daarvan worden vier factoren ('index scores') onderscheiden: Verbaal Begrip, Perceptueel Redeneren, Werkgeheugen en Verwerkingssnelheid. Alle verschillen met de wisc-iii worden beschouwd. Aan de hand van een aantal stoornissen, geïllustreerd met casuïstiek, worden de do's and don'ts bij afname en interpretatie besproken. Zo wordt bijvoorbeeld ingegaan op toepassing bij kinderen met leerstoornissen en aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Het typerende zogenaamde 'scad-profiel' (Symbol search, Coding, Arithmetic and Digit span) vervangt het bekende 'acid-profiel' (Arithmetic, Coding, Information and Digit span). Ook kinderen met andere stoornissen komen aan bod, zoals kinderen met taalstoornissen, allochtone kinderen, hoogbegaafde kinderen en kinderen met een verstandelijke beperking, gehoorsprobleem of hersenbeschadiging. De overwegingen bij het willen meten van een 'typische' of een 'optimale' prestatie worden bediscussieerd. Bij verschillende groepen kinderen (bijvoorbeeld die met leerstoornissen) wordt een pleidooi gehouden tegen 'slagboomdiagnostiek'. Bij hoogbegaafdheid en verstandelijke beperking worden aanvullende aspecten genoemd ter overweging bij de indicatiestelling, waaronder respectievelijk creativiteit en sociale redzaamheid. In het hoofdstuk over doven en slechthorenden worden procedures beschreven ter bevordering van het op valide wijze werken met een gebarentolk. Dit is interessant omdat deze doelgroep in Nederland doorgaans een non-verbale intelligentietest krijgt (son-r; Snijders- Oomen Niet-verbale intelligentietest). De auteurs bespreken geen vergelijkbare Engelstalige non-verbale test of overwegingen hierbij. Dat is jammer voor Nederlandse psychodiagnosten in deze sector die hun eigen testkeuze mogelijk willen heroverwegen. Helaas is er verder onvoldoende aandacht voor kinderen met autismespectrumstoornissen en zijn er ook enkele hoofdstukken waarin het een gemiste kans is dat er geen onderzoek wordt beschreven over subtestprofielen en typerende scores op groepsniveau (de hoofdstukken over leerstoornissen en verstandelijke beperking). Er is veel aandacht voor de zogenaamde 'wisc-iv Integrated'-benadering. Binnen deze klinische benadering is aanpassing van de testprocedure mogelijk bij uitval op bepaalde subtests om te onderzoeken welke onderliggende cognitieve processen de lage prestatie kunnen verklaren ('doortesten' waar het misgaat). Er zijn voor een aantal subtests multiplechoicevarianten (mc) ontwikkeld om te differentiëren tussen afwezige en ontoegankelijke kennis. Bij 'Woordkennis' is bijvoorbeeld een visuele mc-variant gemaakt waarbij via visuele illustraties wordt gekeken of een kind de onbenoembare betekenis van een woord wel kan herkennen. Ook subtest 'Blokpatronen' kent een mc-conditie waardoor visueelruimtelijke perceptie kan worden onderzocht zonder interferentie van de motoriek. Daarnaast bestaat de mogelijkheid te scoren zonder tijdbonussen. Verder kan 'Cijferreeksen' worden opgesplitst ('Vooruit' en 'Achteruit') en is er een ruimtelijke variant beschikbaar ('Spatial Span'). Subtest 'Rekenen' wordt nu tevens aangeboden in een 'meelees-' en 'pen-en-papierconditie', en bij 'Substitutie' wordt door opdeling in tijdseenheden van dertig seconden getoetst in hoeverre er automatisering/leerrendement optreedt. Ook is een gefaseerde recallconditie toegevoegd. Voor alle aangepaste condities zijn normen beschikbaar. Er is voldoende aandacht voor de invloed van de aanpassingen op de gemeten capaciteiten bij aanbieding via andere modaliteiten. De voordelen van deze geïntegreerde benadering zijn evident. Naast deze handboeken bestaat de invloedrijke stroming van Kaufman. De verschillen met Kaufman worden te summier besproken. De auteurs leggen een sterke nadruk op hun contextuele benadering, waarbij resultaten niet alleen psychometrisch worden geanalyseerd, maar er vooral wordt getracht de bevindingen te begrijpen binnen de specifieke context. De boeken zijn onmiskenbaar Amerikaans, wat bijvoorbeeld blijkt uit de nadruk op juridische aspecten en de aandacht voor verschillende bevolkingsgroepen (vooral African Americans, Hispanics en whites). De Asians, die zelfs beter presteren dan de whites worden opvallend weinig beschreven, uitsluitend in het tweede boek. Vooral het eerste boek, uit 2005, lijkt iets te snel na de introductie van de wisc-iv te zijn gepubliceerd. Hierdoor is het beschreven onderzoek vaak gericht op de wisc-iii (een voordeel voor de Nederlandstalige lezers!) en wordt regelmatig vermeld dat er ten tijde van het schrijven van een hoofdstuk nog onvoldoende onderzoeksresultaten bekend waren. Het tweede boek maakt dit deels goed. Dit bevat veel nieuwe en relevante onderwerpen, maar ook veel herhaling en updates, die beter geïntegreerd hadden kunnen worden in één boek met een latere verschijningsdatum. Beide boeken zijn de moeite waard voor iedereen die up-to-date wil blijven van de state of the art van het intelligentieonderzoek. De auteurs combineren hun theoretische en statistische expertise met veel onderzoeksbeschrijvingen, casuïstiek en praktijkervaringen. Bijzonder is de professionele creativiteit waarmee voor allerlei doelgroepen met praktische adviezen wordt beschreven welke aanpassingen in afnamecondities en interpretatie noodzakelijk zijn zonder grote concessies te doen aan verantwoord en gestandaardiseerd testgebruik. Ook de aandacht voor het schrijven van deskundige en voor ouders en leerkrachten leesbare rapportages is positief.
Y. Kaldenbach